vrijdag 14 juli 2017

Tori o taki now…

Letterlijk is de vertaling van deze odo: “Verhaal zal nu verteld worden”, maar in het Nederlands zouden we – bijvoorbeeld- “Nu hebben we de poppen aan het dansen” gebruiken.

Ik heb het vriendin gemeld dat de crematie op vrijdag is. Via de app, want ze wilde dat de communicatie via de app ging.

Even later is het zo ver. De heisa met vriendin komt ineens opzetten.
Niet dat ze mij belt. Nee. Ze belt mijnheer Kibrifasi. Mijnheer Kibrifasi, die ontdaan is omdat vriendin gelijk een heel relaas begint, laat mij mee luisteren met het gesprek. Hij zorgt er wel voor alsof ik er niet bij ben en aan het rusten ben in mijn kamer.

Het gaat over geld, over de kosten en over de uitvaartonderneming. Dingen die ze helemaal niet hoeft en hoort te bespreken met mijnheer Kibrifasi. Ze lijkt mijnheer Kibrifasi van een aantal zaken te beschuldigen. Mijnheer Kibrifasi zegt tijdens het gesprek dan: “Ja, ze is ook in het huis geweest”. Daarna volgen nog een aantal over-en-weer antwoorden.

Mijnheer Kibrifasi is een beetje aangedaan als de telefoon ‘er op gaat’. Vriendin was blijkbaar helemaal niet blij dat ik in huis was geweest. En dat kan ik me goed voorstellen als ik bedenk wat ik gevonden heb tussen de papieren.
Vriendin is van plan om te komen met haar broertje. Daar maak ik me wel zorgen over want mijn oom vond die broer helemaal niks, vertrouwde hem voor geen meter. Mijnheer Kibrifasi waarschuwde me ook al voor hem in de auto vanaf het vliegveld, die jongen is niet pluis en hij zei ook dat mijn oom hem niet in de buurt wilde hebben.  Nu dit allemaal aan de hand is, maak ik me daar behoorlijk zorgen over.

In de papieren die ik heb blijkt namelijk nergens uit dat vriendin ook maar ergens recht op heeft. Zij stelt dat ze mede-eigenaar is van een stichting waar de grond en het huis van is, maar de oprichtingsakte stelt dat de bestuurder uit ten minste één persoon bestaat en dat als deze hoofdbestuurder niet meer in staat is die functie te vervullen, de stichting beheert wordt door mijzelf. Hij is ondertekent door mijn oom en verzegeld door de notaris, er staat geen naam op of bij van een medebestuurder die zij claimt te zijn.  

Vriendin heeft mijnheer Kibrifasi ook gezegd dat ze een (stief)kind van mijn oom heeft en dat die samen met haar mede-eigenaar is. Dat lijkt me overigens ook stug, want mijn oom wilde geen kinderen. Hij had ooit een eerder huwelijk waar zijn vrouw wel graag kinderen wilde en daarom heeft hij wat drastischer maatregelen genomen om dat te voorkomen.

Dus dat zou dan wel een héél grote toevalstreffer zijn, maar het is niet helemaal onmogelijk want er zijn verhalen van gesteriliseerde mannen die alsnog een ‘leg’ krijgen, maar ik kan me niet herinneren dat ze ooit een buikje heeft gehad en ze vloog regelmatig heen-en-weer naar Suriname, wat ook in een bepaalde toestand niet altijd kan. Ook is er geen kind erkent bij de burgerlijke stand, dus er is simpelweg geen andere van Delft over dan ik. Maar je gaat tóch twijfelen, het zou me niks verbazen.

Overigens blijkt later dat dit ‘stiefkind’ een communicatiemisstand is geweest’. Er is ‘stichting’ gezegd en dat is aangehoord als ‘stiefkind’. Hoe dan ook; vriendin is erg gebrand op de stichting en wie weet wat nog meer.

Ik snap ineens waarom in een winterse dag eind 2006 mijn oom ineens in de tuin zat op een zondagochtend en zei dat de papieren die hij overhandigde heel belangrijk waren. Ook snap ik waarom hij zei dat als er wat gebeurde ik er snel bij moest zijn. De puzzelstukjes vallen steeds meer op hun plek. Het geeft me een onaangenaam gevoel. Ik heb me nog nooit angstig gevoeld over het – al dan niet- hebben van een bezit en nu is het ineens daar.

Mijnheer Kibrifasi zegt onaangedaan te zijn en dat hij het zo’n rare vrouw vindt. Hij snapt zulke mensen niet.  Hij vertelt dat als vriendin hier in Suriname kwam, zij nooit lang bij mijn oom bleef. Hij vertelt dat mijn oom had gezegd dat zij de honden vies vond (al kwamen die nooit in huis). Zij ging steevast na een dag, maximaal enkele, naar haar ouders elders in het land.


Het verbaast me niks, want in het huis van mijn oom heb ik tot nu toe alleen een klein plastic tasje met de naam van vriendin met stift er op geschreven gevonden waarin een bus haarlak en wat andere toiletartikelen zaten en verder helemaal niks. Al moet ik bekennen dat ik ook van mijzelf geen enkele foto heb kunnen ontwaren tot nu toe.  Wie weet zitten de meer persoonlijke dingen van mijn familie in de kluis…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten