maandag 31 juli 2017

Een stuk grond dat niet mijn grond is

De woensdag breekt aan. Ik wordt wakker van het geluid van potten en pannen in de keuken. De laatste nachten heb ik de airconditioning niet meer aan gehad, ik raak blijkbaar gewend aan de warmte. Dat zal wel tegenvallen als ik overmorgen weer op Nederlandse bodem sta; het laatste bericht van het weer, geeft aan dat het nu hevig sneeuwt en min één graad is, dat is een temperatuurverschil van bijna dertig graden met hier. Hoe dan ook, ik heb weer goed geslapen en het is zelfs al half zes geweest als ik me naar de badkamer snel.

Mijnheer Kibrifasi is aan het bakken geweest. Op de tafel staan cassave en vis. Het is een soort Surinaamse versie van ‘Fish and Chips’. Voor iemand die normaliter een boterham met kaas of een bakje brinta eet in de ochtend, is dit toch wel een zwaar ontbijt om de dag mee te beginnen. Na dit bijzondere ontbijt gaan we weer op pad.

Zoals ik wel had verwacht, wordt er ook weer contact gelegd met Dana. Het kost wel wat telefoontjes en heen-en-weer gepraat, maar omdat Dana bij moeder Kibrifasi werkt, kan hij ook niet om haar heen. Het rare is wel dat als we bij moeder Kibrifasi op de veranda neerstrijken, Dana ook tegen mij niks zegt. Alsof ik wat aan die hele situatie kan doen?!?!?

Vandaag ga ik nog tot twaalf uur in het huis. Mijnheer Kibrifasi komt tussendoor de eerste lading vuilniszakken ophalen. Streepie en Herta hebben vandaag redelijk goed gegeten en ik heb de buitenboel ook redelijk ver aan kant, waarbij ik zelfs bij de keukendeur een stukje, zij het provisorisch, heb gestraat zodat ik mijn nek niet breek bij het afstapje. Om twaalf uur haalt mijnheer Kibrifasi mij op en we laden de laatste vuilzakken in de auto. Totaal heb ik 38 vuilniszakken met afval uit het huis geruimd.

We maken nog een stop bij moeder Kibrifasi. Ik zeg uitgebreid gedag, want ik verwacht haar niet meer te zien voordat ik weg ga naar Nederland. Na wat opfrissen bij Kibrifasi thuis, halen we Dana toch weer op en gaan op pad.


Stukje weg naar Groningen (vlakbij Kampong Baroe)
Mijn oom had, naast het stuk grond en het huis waar ik de afgelopen week heb gewerkt, nog een stuk grond elders in Suriname. Ik heb geen idee waar het exact is, want de landmeterkaarten die ik er van heb zijn een compleet raadsel. Ik heb thuis al geprobeerd de coördinaten in te vullen, maar kom dan ergens in Afrika uit, ook zoeken op speciale oudheidkundige coördinaten kaarten leverde niets op. Daarnaast hebben de kaarten alleen perceelnamen, er staan nog geen straat- of wegennamen op.
Sommige stukken laten een glimp zien van de prachtige
natuur die Suriname rijk is.

Mijnheer Kibrifasi denkt te weten waar het – ongeveer- moet zijn en hij vindt dat ik ook dat andere stuk grond moet zien, dus heeft hij zich voorgenomen daar de woensdagmiddag aan te besteden.

We komen helemaal uit bij Uitkijk en daarna zelfs Groningen. Het is een prachtig landschap, maar we blijken, als we het vragen bij de politiepost in Groningen, aan de verkeerde kant van de rivier te zitten.

Bron van Hoop, ter herinnering aan de boerenkolonisatie in 1845
te Groningen

Het 'dorpsplein' te Groningen met een monument er op

Andere kant op gezien op het dorpsplein van Groningen

Politiepost in Groningen.
Dana en mijnheer Kibrifasi zijn de weg aan het vragen...
Als ik later op Google Maps de route bekijk, is het een wat vreemd – op zijn zachtst gezegd – inefficiënte route geweest. In plaats van bij Groningen iets door te rijden en de brug te nemen om daar de ‘Wayamboweg’ op te rijden, rijden we weer helemaal terug naar Uitkijk om vervolgens via de ‘Vijfde rijweg’ de andere kant van de ‘Wayamboweg’ op te rijden richting dezelfde brug.

Groen is onze gereden route, blauw had handiger geweest volgens mij...

Ergens halverwege de weg, rijdt mijnheer Kibrifasi een verkavelingsproject op. Het is een beetje een deceptie, het is een groot kaal vlak grond. Mijnheer Kibrifasi is er van overtuigd dat dit het stuk grond is van mijn wijlen oom. Maar het bord aan het begin van het project stelt dat de gronden ‘huurgronden’ zijn en dat van mijn oom is ‘eigendomsperceel’.

Mijnheer Kibrifasi begint er zelfs een beetje ruzie over te maken. Ik kijk nog een keer op de akten; het is toch écht eigendomsgrond. Maar mijnheer Kibrifasi zegt, overtuigd dat dit de landen zijn, dat het toch echt huurgrond is. Ik neem maar wat foto's - dan lijkt het tenminste alsof ik maar accepteer dat dit het is. Het valt me steeds vaker op dat mijnheer Kibrifasi van zijn gelijk overtuigd is, ook al is dat zeker niet altijd het geval (zoals dat hij er van overtuigd was dat mevrouw Poese had gezegd gelijk naar het crematorium te rijden, terwijl ze het mortuarium had gezegd). 

 

 

Plaatjes van het stuk grond dat niet mijn grond is...

Het lijkt alsof hij – en ook Dana- me wat verwijten, maar ik kan er toch ook niks aan doen dat die kaarten zo vaag zijn. Overigens blijkt later, als ik thuis ben en het nog een keer nazoek, dat het inderdaad niet was, waar mijnheer Kibrifasi me naar toe heeft gebracht, al heb ik nog steeds niet helemaal scherp waar het exact is.

Brug over de Saramacca rivier 
Met een beetje bedompte sfeer in de auto, rijden we naar het huis van tante Nos. Er wordt voornamelijk Sranan tongo gesproken. Ergerlijk en ik vindt het niet beleefd naar mij toe, ik hoor woorden als ’gron’ (grond) en ook het woord ‘perceel’ valt, dus ik kan me bedenken dat het over het bezichtigde perceel gaat. Misschien zijn ze teleurgesteld omdat ik toch niet zo'n 'fortuin' heb geërfd als ze in gedachten hadden. Voor niets gaat hier de zon op. 

Tante Nos heeft, ondanks haar smalle beurs, een stuk bojo voor mij laten halen. Ze heeft gemerkt dat ik het lekker vind en ze vindt nog steeds dat ik slecht eet, dus heeft ze de moeite genomen om iets te laten halen dat ik blijkbaar wel op eet. Het is een beetje vreemde, maar wel heel vriendelijke vrouw.  

Aan het einde van de avond zeg ik ook tante Nos uitgebreid gedag. Ik verwacht haar ook niet meer terug te zien voordat ik morgen weer naar Nederland vertrek.

We zijn vroeg thuis. Mijnheer Kibrifasi heeft gisterenavond nog gebakken banaan (bakabana) gemaakt (ik snap niet dat ze hier nog zo zwaar eten vlak voor het slapen gaan). Ik neem wat van de bana en ga daarna ook slapen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten