We zijn nog niet goed en
wel het zandweggetje naar het huis op gereden en de twee honden van mijn oom
komen ons al luid blaffend tegemoet. Het zijn beide teefjes. De ene heeft
duidelijk veel herdersbloed en de andere kijkt gewoon heel chagrijnig en is –
zo te zien- een stuk ouder, er zit –denk ik- ergens wel wat herder in, maar het
is meer een mengseltje dan dat de andere is. Mijnheer Kibrifasi vertelt dat hij de honden daar voorlopig heeft gehouden voor de bewaking en dat er wat anders gezocht moet worden op termijn.
Ik kan me nog herinneren
dat in Nederland mijn oom, net als wij zelf, een Duitse staande had. Na zijn
scheiding en de dood van die hond, had hij altijd herders. Hij kocht ze altijd
vanuit de politietrainingpool; diegenen die achteraf toch niet geschikt waren
voor het werk. Eén van die honden heeft mijn moeder ooit fiks gebeten, zo
vanuit het niets. Ik ben dus op mijn hoede wat betreft deze twee.
De herder schijnt ‘Herta’
te heten, het oudje heet ‘Streepie’. Mijn hart bonst in mijn keel als we,
eenmaal op het erf, de auto uit stappen. Ik hoop maar dat ze me niet grijpen. De verscheurde doeken die hier-en-daar op het erf, euh, het perceel, liggen beloven niet veel goeds...
Gelukkig komen ze wel
poolshoogte nemen wie ik ben, maar ze kennen mijnheer Kibrifasi ook en laten
ons gewoon naar de voordeur lopen. Mijnheer Kibrifasi geeft ze, sinds de dood
van mijn oom, iedere dag te eten. Hij vertelt dat mijn oom speciaal eten voor ze maakte, met kippenbouillon en vers vlees. Hij gaf veel om zijn honden. Mijnheer Kibrifasi stelt dat het goed is, dat
ik vandaag het eten in de bakken doe, want dan leren ze mij ook kennen als ‘goed
volk’.
Streepie blijft op een
afstand en eet niets, maar Herta laat het zich goed smaken. Later merk ik dat
ook Streepie wat eet.
Herta en Streepie (één van de weinige foto's waar ik ze met zijn tweeën op heb staan) |
Mijnheer Kibrifasi
vertelt dat Herta van het bloed van mijn oom heeft gelikt en sindsdien wat raar
is. Ze was, toen hij de voordeur voor de politie open deed, naar binnen
geglipt. Hij vertrouwt haar niet zo. Ik zelf heb meer vraagtekens bij de
afwachtende Streepie. Herta is veel beter te ‘lezen’ dan Streepie en daar kan
ik zelf ook meer mee.
Gelukkig heb ik wat
ervaring met het opvoeden en trainen van grote honden. Ik probeer alles toe te
passen wat ik ooit geleerd heb bij het trainen van mijn eigen Dobermann.
Houding is alles.
Ik heb me voorgenomen om
niet meer contact te maken met de honden dan nodig is. Ik ben een emotionele
muts als het aankomt op dieren en ik weet nu al dat het een probleem wordt als ik
ze straks achter moet laten. Ik wil er niet meer drama voor mezelf van maken
dan nodig is. Het is beter als ik afstand bewaar en geen band creëer.
Kibrifasi vertelt dat er verschillende mensen voor de honden zijn geweest. De Chinees wilde ze beide wel, al wil ik ze niet aan de Chinees verkopen. Zeker niet als ik hoor wat de reden is van zijn interesse. De meesten willen alleen Herta, Streepie vinden ze niks. Maar ik denk dat ze aan elkaar gewend zijn en dus lijkt het me beter dat ze als koppel ergens terecht kunnen. De asiels zitten hier bomvol, dus dat wordt wel zoeken. Mijnheer Kibrifasi vertelt dat de man waar mijn oom zijn melk kocht of de man waar hij zijn moestuinplantjes kocht ook interesse heeft getoont. Hoe dan ook, niet iets waar ik me gelijk druk om moet maken volgens mijnheer Kibrifasi, want de komende weken blijven ze nog om te bewaken.
Mijnheer Kibrifasi heeft
inmiddels de sleutels in het slot van de voordeur gestoken. Tijd om naar binnen
te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten