~Papieren zijn belangrijk~
Het is einde 2006. Het
is een zonnige zondagochtend en ik doe de gordijnen open.
Ik schrik me een
ongeluk. In de tuin zit een man. Het is mijn oom.
In april dit jaar
overleed mijn moeder. In juni trouwde ik. Bij beide gelegenheden heb ik mijn
oom, toch mijn laatst levende familielid, niet gezien. Nu zit hij ineens in de
tuin. Wat moet ik hier nu weer van denken?
Chiron, mijn dobermann,
is het er ook niet mee eens. De oude knar laat dat ook luid blaffend weten en
gromt. Manlief, komt in zijn badjas naar beneden gerend. Ook hij weet dat er
iets niet pluis is. Het is één grote kakofonie op die ochtend.
Mijn oom zegt dat hij
niet lang kan blijven, maar hij heeft wat belangrijks voor me.
Hij vertelt over koetjes
en kalfjes. Hoe hij aan het reizen is en in Suriname is belandt, waar hij een
huisje heeft gehuurd. Hij overhandigt me wat geld. Een cadeau voor mijn
huwelijk en ook nog wat voor het geld dat hij me schuldig is (ik houd al jaren
een (huur)garagebox aan die ooit van mijn vader was en waar hij spullen in
opgeslagen heeft). Het geld is maar een schijntje van de schuld, maar ik zeg er
verder niks over. Ik ben verbluft dat hij hier ineens is.
Dan overhandigt hij me een enveloppe. Het is een enveloppe van a4-formaat en hij is verzegeld. Mijn oom vertelt me dat ik die enveloppe goed moet bewaren. Als er wat met hem gebeurd, is de inhoud belangrijk en moet ik direct afreizen naar waar hij was.
Nadat hij zijn kop
koffie op heeft, vertrekt hij weer. Ik heb hem daarna nooit meer gezien. Het
enige contact dat we daarna nog hadden was zo nu en dan een telefoontje, altijd
beginnend met felicitaties voor mijn verjaardag die hij vergeten was en met wat
koetjes-en-kalfjes verhalen of hoe hij last had van bepaalde kwaaltjes.
Afgelopen zondag, nadat
ik het telefoontje had gehad over zijn overlijden, heb ik die enveloppe
opgesnord en open gemaakt. Tot dan toe heb ik er niets mee te maken willen hebben. Mijn oom was niet zonder reden het zwarte schaap van de familie.
In de enveloppe zaten
akten van eigendom van grond in Suriname ten behoeve van een stichting waar ik –
blijkbaar al jaren- medebestuurder van ben. Het staat er zwart-op-wit, met zegels van
een notariaat.
Die grond is waar ik nu
ben. Waar ik met mijn schoonmaakhandschoenen aan een kamer rondkijk waar een
bom ontploft had kunnen zijn. Papieren zijn nu belangrijk. Mijn oom had het in
2006 al verteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten