zondag 23 juli 2017

Mi lobi bojo!!!

De zaterdagochtend en – middag verlopen weer als ‘vanouds’, even over vijven ga ik er uit, ontbijt en dan naar het huis om verder op te ruimen. Lunch bij mevrouw Kibrifasi (waar het nu een stuk drukker is in verband met de voorbereidingen voor de lunch van morgen voor het weeshuis) en dan weer verder in het huis.

Vandaag komt de vuilniswagen langs, dus ik wil zo veel mogelijk hebben geruimd zodat het mee kan. Tegen vijf uur kijk ik de huiskamer rond; hij is op wat kleine dingen schoon en opgeruimd, de keukenhoek is geruimd en geordend, het halletje is netjes en het ruikt er zowaar ook weer wat frisser. Het was een warme dag dus het zweet gutst me van mijn voorhoofd en ik heb klotsende oksels, maar het einde is in zicht.

Even voor vijven komt mijnheer Kibrifasi het pad oprijden. Hij heeft gelukkig een redelijk grote auto, want ruim 20 vuilniszakken gaan mee met het vuil. Dat de vuilniszakken nu ook uit de kamer weg zijn, geeft nog een opgeruimder gevoel.

We rijden nog even langs moeder Kibrifasi. Een groot glas ‘Busta’ green punch is heerlijk na zo’n warme dag. Ik merk dat er wat commotie is rondom de lunch van morgen. Blijkbaar zijn er geen tafels en stoelen geregeld en met de hoeveelheid mensen die gaan komen, is dát wel handig om te hebben.

Mijnheer Kibrifasi heeft melk besteld bij een lokale boer en die is nog niet langs geweest, dus hij kan zelf niet op stap. Ik stap bij Dana in de auto, we gaan bij diverse handels langs om te kijken of ze nog kunnen verhuren voor morgen. Gelukkig vinden we bij de derde poging een plek die nog stoelen en tafels heeft, daarna brengt Dana me naar het huis van mijnheer Kibrifasi zodat ik me kan gaan opfrissen.

Ik sta net onder de douche als ik mijnheer Kibrifasi op zijn erf hoor roepen, omdat ik alles op slot heb gedaan, kan hij zijn eigen huis niet in.
 Ik schreeuw terug dat ik me even afspoel (dat duurt met dat koude water toch al niet lang) en er dan aankom. Het is handig dat in Suriname de ‘raampjes’ in de badkamer er niet echt zijn, niet in dit huis in ieder geval en ik heb het op meer plekken gezien – zoals bij mijn oom’s huis – de muur is zo gebouwd dat er echt gaten zijn naar buiten en dat is, behalve voor ventilatie, makkelijk als je even naar buiten moeten roepen weet ik nu.

Mijnheer Kibrifasi heeft in de tussentijd zijn kippen maar gevoerd. Ik zie echter dat er een bepaalde spanning is. De late levering van de melk, het gedoe met de weeshuislunch en nu zijn huis niet in kunnen, het doet toch wat met hem.

Nadat ook mijnheer Kibrifasi heeft gedouched, maakt hij een avondmaaltijd. Het valt me op dat hij echt wel goed kan koken en er ook de tijd voor neemt.  Het valt me ook op hoe schoon men werkt, dat had ik –geef ik met al mijn vooroordelen eerlijk toe- niet verwacht. Werkbladen worden regelmatig met water gespoeld en keukengerei wordt nagenoeg direct afgewassen met een sponsje (dat standaard in een bakje met supergeconcentreerde zeepoplossing staat op het aanrecht).

Ook mijnheer Kibrifasi houdt rekening met mijn ‘flauwe Bakra-smaak’, hij maakt in een handomdraai voor zichzelf een soort sambal met madame-jeanette pepers, knoflook en uitjes; voor de pit die hij nu in zijn ‘normale’ eten moet missen. Ik probeer er een ieniemini mespuntje van… niet iets dat ik van plan ben op korte termijn weer te doen, want mijn tong staat gelijk in de hens. Gelukkig is er net verse, gekookte en afgekoelde melk die een hoog vetgehalte heeft, dat blust goed.

Na het eten gaan we nog even langs tante Nos. Zij heeft ook melk besteld via mijnheer Kibrifasi en die gaan we dus langsbrengen. Onderweg pikken we Dana en Sam op.

Bij tante Nos wordt aangekondigd dat we gaan eten. Omdat ik nog geen uur geleden de maaltijd bij mijnheer Kibrifasi heb genuttigd, heb ik er wat twijfels bij. Ik kan nu echt geen grote maaltijd op.


De feestlijke variant van Bojo
(foto vanaf Smulweb)
Tante Nos heeft echter ook wat speciaals. Ze heeft iets gehaald dat ‘Bojo’ heet. Ik vind het geweldig. Het is zoet, een beetje plakkerig en helemaal mijn ding. Ik ben een super zoetekauw, dus hier ben ik helemaal blij mee en ik geniet er echt van. Tante Nos kijkt met goedkeuring hoe ik het stuk met smaak verorber. Ze heeft toch al vraagtekens bij mijn karige eetgedrag, dus dit stemt haar goed, dat ik ook nog een klein bekertje roomijs eet is de kers op de taart.
Na de bojo en het ijs, luister ik naar de gesprekken aan tafel. Ze zijn grotendeels in Sranan tongo en ik kan er geen kaas van maken, ik neem me voor de taal te leren voor als ik weer terug kom, dan weet ik tenminste een beetje waar het over gaat.
Andere Bojo variant (lijkt op die ik kreeg) -
foto vanaf http://shafanna.nl/hapjes/bojo 


Terwijl ik luister, val ik bijna in slaap aan tafel. Dana merkt het op en vrijwel direct gaan we terug naar huis. Ik ben echt tandje af na vandaag. Ik denk dat ik op het moment dat ik het matras raakte in slaap ben gevallen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten