De zaterdagochtend en –
middag verlopen weer als ‘vanouds’, even over vijven ga ik er uit, ontbijt en
dan naar het huis om verder op te ruimen. Lunch bij mevrouw Kibrifasi (waar het
nu een stuk drukker is in verband met de voorbereidingen voor de lunch van
morgen voor het weeshuis) en dan weer verder in het huis.
Vandaag komt de
vuilniswagen langs, dus ik wil zo veel mogelijk hebben geruimd zodat het mee
kan. Tegen vijf uur kijk ik de huiskamer rond; hij is op wat kleine dingen
schoon en opgeruimd, de keukenhoek is geruimd en geordend, het halletje is
netjes en het ruikt er zowaar ook weer wat frisser. Het was een warme dag dus
het zweet gutst me van mijn voorhoofd en ik heb klotsende oksels, maar het
einde is in zicht.
Even voor vijven komt
mijnheer Kibrifasi het pad oprijden. Hij heeft gelukkig een redelijk grote
auto, want ruim 20 vuilniszakken gaan mee met het vuil. Dat de vuilniszakken nu
ook uit de kamer weg zijn, geeft nog een opgeruimder gevoel.
We rijden nog even langs
moeder Kibrifasi. Een groot glas ‘Busta’ green punch is heerlijk na zo’n warme dag.
Ik merk dat er wat commotie is rondom de lunch van morgen. Blijkbaar zijn er
geen tafels en stoelen geregeld en met de hoeveelheid mensen die gaan komen, is
dát wel handig om te hebben.
Mijnheer Kibrifasi heeft
melk besteld bij een lokale boer en die is nog niet langs geweest, dus hij kan
zelf niet op stap. Ik stap bij Dana in de auto, we gaan bij diverse handels
langs om te kijken of ze nog kunnen verhuren voor morgen. Gelukkig vinden we
bij de derde poging een plek die nog stoelen en tafels heeft, daarna brengt
Dana me naar het huis van mijnheer Kibrifasi zodat ik me kan gaan opfrissen.
Ik sta net onder de
douche als ik mijnheer Kibrifasi op zijn erf hoor roepen, omdat ik alles op
slot heb gedaan, kan hij zijn eigen huis niet in.
Ik schreeuw terug dat ik me even afspoel (dat
duurt met dat koude water toch al niet lang) en er dan aankom. Het is handig
dat in Suriname de ‘raampjes’ in de badkamer er niet echt zijn, niet in dit
huis in ieder geval en ik heb het op meer plekken gezien – zoals bij mijn oom’s
huis – de muur is zo gebouwd dat er echt gaten zijn naar buiten en dat is,
behalve voor ventilatie, makkelijk als je even naar buiten moeten roepen weet
ik nu.
Mijnheer Kibrifasi heeft
in de tussentijd zijn kippen maar gevoerd. Ik zie echter dat er een bepaalde
spanning is. De late levering van de melk, het gedoe met de weeshuislunch en nu
zijn huis niet in kunnen, het doet toch wat met hem.
Nadat ook mijnheer
Kibrifasi heeft gedouched, maakt hij een avondmaaltijd. Het valt me op dat hij
echt wel goed kan koken en er ook de tijd voor neemt. Het valt me ook op hoe schoon men werkt, dat
had ik –geef ik met al mijn vooroordelen eerlijk toe- niet verwacht. Werkbladen
worden regelmatig met water gespoeld en keukengerei wordt nagenoeg direct
afgewassen met een sponsje (dat standaard in een bakje met supergeconcentreerde
zeepoplossing staat op het aanrecht).
Ook mijnheer Kibrifasi
houdt rekening met mijn ‘flauwe Bakra-smaak’, hij maakt in een handomdraai voor
zichzelf een soort sambal met madame-jeanette pepers, knoflook en uitjes; voor de
pit die hij nu in zijn ‘normale’ eten moet missen. Ik probeer er een ieniemini
mespuntje van… niet iets dat ik van plan ben op korte termijn weer te doen,
want mijn tong staat gelijk in de hens. Gelukkig is er net verse, gekookte en
afgekoelde melk die een hoog vetgehalte heeft, dat blust goed.
Na het eten gaan we nog
even langs tante Nos. Zij heeft ook melk besteld via mijnheer Kibrifasi en die
gaan we dus langsbrengen. Onderweg pikken we Dana en Sam op.
Bij tante Nos wordt
aangekondigd dat we gaan eten. Omdat ik nog geen uur geleden de maaltijd bij
mijnheer Kibrifasi heb genuttigd, heb ik er wat twijfels bij. Ik kan nu echt
geen grote maaltijd op.
De feestlijke variant van Bojo (foto vanaf Smulweb) |
Tante Nos heeft echter ook
wat speciaals. Ze heeft iets gehaald dat ‘Bojo’ heet. Ik vind het
geweldig. Het is zoet, een beetje plakkerig en helemaal mijn ding. Ik ben een
super zoetekauw, dus hier ben ik helemaal blij mee en ik geniet er echt van.
Tante Nos kijkt met goedkeuring hoe ik het stuk met smaak verorber. Ze heeft
toch al vraagtekens bij mijn karige eetgedrag, dus dit stemt haar goed, dat ik
ook nog een klein bekertje roomijs eet is de kers op de taart.
Na de bojo en het ijs,
luister ik naar de gesprekken aan tafel. Ze zijn grotendeels in Sranan tongo en
ik kan er geen kaas van maken, ik neem me voor de taal te leren voor als ik
weer terug kom, dan weet ik tenminste een beetje waar het over gaat.
Andere Bojo variant (lijkt op die ik kreeg) - foto vanaf http://shafanna.nl/hapjes/bojo |
Terwijl ik luister, val
ik bijna in slaap aan tafel. Dana merkt het op en vrijwel direct gaan we terug
naar huis. Ik ben echt tandje af na vandaag. Ik denk dat ik op het moment dat
ik het matras raakte in slaap ben gevallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten