zaterdag 1 september 2018

Basi tapu olo, meki puspusi nanga bigi dagu tron mati.

De oso van de titel vertaald als "De baas heeft het gat gedempt, waardoor de poes de vriend van de grote hond werd."  en het betekent in het Nederlands zoiets als "Vriendschap sluiten met de vijand, om een gezamenlijk doel te kunnen bereiken." of "Nood breekt wet". In de betekenis van dit laatste is deze blog geschreven.

De tijd vliegt voorbij, het is al weer de laatste week van onze vakantie (let wel: augustus 2017 is het nog steeds) in Suriname. Hoewel we nog steeds geen deur voor onze veranda hebben (en we hebben inmiddels de hoop maar laten varen dat er nog iets geleverd gaat worden) en we stroom voor van alles met verlengsnoeren moeten regelen, ziet het geheel er al een stuk netter en meer bewoonbaar uit dan toen we aankwamen. De dagelijkse klussessies hebben zeker hun vruchten afgeworpen en met de planten die we in de tuin hebben gepland ziet ook de tuin er wat vriendelijker uit. 

De Sranang Oso: bíjna een echt vakantiehuis!
We hebben echter nog steeds niet van de bank gehoord, ondanks de belofte dat dit uiterlijk dinsdag (van vorige week) zou gebeuren en de nieuwsgierigheid naar de inhoud van 'dé kluis' is er niet minder op geworden. Net als met de deur voor de veranda, verwachten we niet dat de bank, voordat we weer afreizen naar Nederland, contact met ons gaat opnemen. Met beloften en toezeggingen neemt men het blijkbaar niet zo nauw hier is mijn perceptie.

Na lang wikken en wegen rijden we richting Paramaribo en besluiten de bank dan in persoon nog maar een keer te bezoeken. 

Het is een drukte van jewelste daar. Er staan lange wachtrijen voor de diverse balies. Ik leer dat aan het einde van de maand, als de salarissen zijn overgemaakt, iedereen bij de bank zijn geld in contanten weer opneemt om vervolgens bij de diverse nutsbedrijven aan een loket weer contant de rekeningen te voldoen. 

De dame aan de informatiebalie loopt, nadat we hebben aangegeven waarvoor we komen, naar een kantoortje en komt vervolgens weer terug dat er niks bekend is en dat we moeten afwachten. Dat valt dus tegen. En dan doen we iets dat we normaliter niet zo snel zouden doen, we vertellen dat we de volgende dag al zullen terug vliegen en dat er dus geen tijd meer is om af te wachten, dit terwijl het pas maandag is en we zaterdag pas terug vliegen. Ik geef de dame de naam van mijn contactpersoon die mij eerder - via de mail toen ik nog in Nederland was- had verzekerd dat met de benodigde papieren en zo geregeld zou zijn. De dame pakt de telefoon en begint te bellen. Daarna loopt ze weer naar het kantoortje en komt met de papieren terug in hetzelfde mapje waarin zij ze had gestoken toen we de eerste dag op bezoek waren; er was werkelijk NIKS mee gedaan. 

Ze loopt vervolgens naar de zijkant van de balie en neemt ons mee de bank door naar een andere ruimte. Een soort kantoortuin met een rij stoelen aan de zijkant en vraagt ons er op plaats te nemen. Ze loopt zelf door naar een met schermen afgebakend stukje kantoor en overhandigd de persoon die daar zit het mapje. Vervolgens loopt ze weer de kantoortuin uit naar de balie, terwijl ze ons een beetje hautaine blik toewerpt. Men maakt er hier qua houding geen geheim van wat men denkt van 'bakra's' en geloof me; dat is niet zo positief.

Even later komt er een vrij lange man uit het afgeschermde hokje gelopen. Het is blijkbaar een manager en hij schudt ons vriendelijk de hand. Het blijkt dat wel degelijk wat met het mapje gedaan was; mijn email is er namelijk in print aan toegevoegd en men weet dus blijkbaar al lang dat ik zou komen met de papieren en dat vrij spoedig afgehandeld moest worden. De man geeft aan wat de nog openstaande kosten zijn van de kluis en dat er ook nog retourgelden zijn te verwachten omdat er borg is betaald. Omdat die borg in euro's is betaald is dus de bedoeling dat ik de rekening in SRD voldoe en dat ik daarna de borg in Euro terug krijg. 

Hij loopt mij voor naar één van de balies en zegt zonder pardon tegen de eerstwachtende in de ellenlange wachtrij dat deze moet wachten omdat wij onze zaken eerst moeten afhandelen. Ik kan je vertellen hoe de blikken dan zijn van die wachtenden en ook dat is weinig vriendelijk en bevestigd dat men weinig op heeft met 'bakra's' die in hun ogen 'alles kunnen maken'.  Enigszins bezwaard maar blij ik niet uren in de rij hoef te staan loop ik naar het loketje. We overhandigen de benodigde papieren en het geld voor de rekening. We krijgen keurig een handgeschreven kwitantie van de transactie en vervolgens worden de euro's besteld voor de uitbetaling van de borg (deze valuta wordt speciaal gehaald want die heeft men niet standaard aan het loket). Enige minuten later wordt, met kwitantie, ook dit bedrag uitgekeerd. 

We lopen weer naar de kantoortuin en gaan zitten op het rijtje stoelen, de manager komt echter al snel aangelopen dus we zitten nog geen minuut en kunnen dan mee naar het kluisloket. 

Het hele ritueel van papieren en identificatie, al eens doorlopen in februari, wordt weer herhaald en vervolgens mogen we door de verschillende hekken naar de kelder waar de kluisjes zijn. Hier moeten we weer plaatsnemen op een rijtje stoelen terwijl een bewaker de registers nakijkt. 

En dan is het zo ver. We mogen door naar de ruimte waar de kluisladen zijn. Papieren in orde, twee sleutels... dit is eindelijk groen licht.

De kluis word geopend en er wordt een lade uitgetrokken. De bewaker verlaat de ruimte zodat wij de lade kunnen openen....

En dan zien we eindelijk wat er in dé kluis zit.....