zaterdag 8 juli 2017

Ibri oso abi en leleku

Odo: "Ieder huisje heeft zijn kruisje"

Nu het licht is, kan ik eens goed de omgeving bekijken tijdens het ritje naar ‘het huis’. De huizen die langs de weg staan zijn over het algemeen heel kleurrijk en vaak behoorlijk aan de maat. Het ene huis is relatief nieuw of supergoed onderhouden en het andere huis verkeerd weer in niet zo’n goede staat. Regelmatig staat er ook een huis-in-aanbouw tussen; er wordt hier met grote grijze blokken gebouwd en dan is het een grauw object tussen al die kleur.
Mijnheer Kibrifasi legt uit dat je –vaak- aan de afwerking van het huis of het type huis zelf kunt zien wat de afkomst van de bewoner is. Het betegelen van de muren aan de buitenzijde, wordt over het algemeen door de Chinezen gedaan. Zuilen met veel tierelantijntjes en palen in de tuin met kleurrijke linten, duidden op een Hindoestaan.

Hij wijst op een huis-in-aanbouw. Dit huis is van een ‘euro-surinamer’, die woont in Nederland en bouwt zijn huis stukje bij beetje af zodat hij er uiteindelijk in kan gaan wonen.  Bij weer een ander huis-in-aanbouw, vertelt hij dat die mensen tijdens de bouw halsoverkop naar Nederland weer zijn vertrokken en bij weer een ander (eigenlijk te groot voor woorden) bouwobject vertelt hij dat die persoon voorlopig niet zal bouwen omdat die in de bak zit vanwege drugssmokkel.

Net voordat we bij ‘highway’ zijn, stopt mijnheer Kibrifasi en dan zie ik dat Dana aan komt lopen vanaf een erf. We halen haar op, want zij maakt ’s morgens schoon bij de moeder van mijnheer Kibrifasi en kookt dan voor het middageten.

Langs Highway staan meer bedrijfsgebouwen en veel minder woningen. De bedrijven zijn vaak een soort grote winkels-van-Sinkel, vaak van Chinese uitbaters. Het lijkt wel of het alleen bouw/woonwinkels zijn of supermarktjes.  Zo nu en dan staat er een kraam in de berm. De ene keer wordt er fruit verkocht, maar ik zie ook krabben, kleding of zelfs (tweedehands) wegwerkerkleding.  

Mijnheer Kibrifasi wijst op een kleinere supermarkt. “Daar ging je oom elke dag heen om lotto te spelen”, vertelt hij. Mijn oom schijnt gek te zijn geweest op lotto, want later komen we langs een andere supermarkt waar hij ook heen ging om lotto te spelen en een boodschapje te halen. Mijnheer Kibrifasi vertelt dat mijn oom een heel vaste routine had en twee keer per dag een rondje maakte, hij nam altijd de honden mee. Hij ging nooit na zessen de deur meer uit. Hij vertelt dat mijn oom heel erg op zichzelf was. Ik begrijp dat hij een echte kluizenaar was.

Nadat we eerst met een scherpe bocht Highway af zijn gegaan en een stukje over een weg met aan weerzijden goed begroeide tuinen hebben gereden, rijden we een erf op waar één groot huis en drie kleinere huizen staan. Hier in Suriname heeft men het trouwens eigenlijk altijd over ‘perceel’ in plaats van ‘tuin’ of ‘erf’. Je zegt dus niet ‘bij mijn in de tuin’, maar ‘bij mij op het perceel’.  
Het is de plek waar de moeder van mijnheer Kibrifasi woont.  Zijn moeder is 87 en woont hier het grootste gedeelte van het jaar. Enkele maanden gaat zij naar haar dochters in Nederland, welke halfzusters zijn van mijn mijnheer Kibrifasi. Mijnheer Kibrifasi legt uit dat hij en zijn jongere – reeds langere tijd geleden- overleden broer uit een eerste huwelijk van zijn moeder zijn en de drie zussen van een tweede huwelijk. Ik heb niet het idee dat de familierelaties heel goed zijn als hij hierover vertelt.

Ik maak kennis met – ik noem haar maar – moeder Kibrifasi. Zij zit in een schommelstoel op de veranda van het grote huis, wat – een soort van- van haar is. Uit wat mijnheer Kibrifasi heeft verteld, begrijp ik dat er veel gedoe is rondom het eigendom en dat zijn drie halfzusters daar mee te maken hebben. De drie kleinere huizen op het perceel (J) worden verhuurd. Het valt me op dat mijnheer Kibrifasi, heel gemakkelijk vertelt over allerlei familieperikelen die we in Nederland helemaal niet zouden vertellen aan anderen. In Suriname is het blijkbaar heel gewoon om zo openhartig te zijn.

Blijkbaar drinken we eerst koffie. Mijnheer Kibrifasi maant zijn moeder dat ze moet lopen in plaats van de hele dag te zitten; lopen is goed voor haar. Hij maakt zich blijkbaar druk (en lijkt zelfs een soort van boos) over zijn moeder. Hij moppert en zegt dat ze haar medicijnen in moet nemen, beter haar telefoon in de gaten moet houden, beter moet eten, etc. etc. Eigenlijk voel ik me een beetje opgelaten door de situatie.

Moeder Kibrifasi laat het gelaten over zich heen komen. Mijnheer Kibrifasi gaat even het huis in en moeder Kibrifasi vertelt, al is het wat lastiger te verstaan, dat mijn oom elke dag even bij haar langs kwam om een klein praatje te maken en dat ze dat erg mist. Ze vertelt een klein stukje over haar leven in Nederland en dat ze eerst in Rotterdam woonde in een klein appartementje en dat ze daarna naar een echt huis in Spijkenisse verhuisde. Mijnheer Kibrifasi had gezegd dat moeder Kibrifasi een behoorlijke babbelkous kon zijn, maar heel veel gepraat wordt er eigenlijk niet.

Ik weet me eigenlijk ook niet goed een houding te geven. De mensen die ik ontmoet begroeten me op een manier die ik zelf niet goed kan thuisbrengen. Het is een soort combinatie van wat ik ken in Nederland van mensen die hun medeleven betuigen na de dood van een familielid, nieuwsgierigheid en een vreemd soort beleefdheid. Ik weet eigenlijk niet of mensen me nu ‘zielig’ vinden omdat mijn oom dood is gegaan of dat het wat anders is. Laat ik misschien ‘raar’ gedrag zien voor iemand die familie heeft verloren? Ik was helemaal niet close met mijn oom, ik weet eigenlijk helemaal niets van hoe zijn leven hier was. Wat ik wel weet is dat hij mensen heeft verteld over ‘zijn nichtje’. Misschien hadden die mensen wel een klein meisje verwacht en zien ze nu een vrouw die helemaal niet zo nichtJE is…


Mijnheer Kibrifasi komt het huis weer uit en als de koffie op is, zegt hij dat hij me naar het huis van mijn oom zal brengen. Voor de lunch, die we hier zullen eten, haalt hij me weer op. Ik ben opgelucht dat we gaan, maar ook gespannen over hetgeen ik zal aantreffen straks….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten