zondag 16 juli 2017

Het OM, BosjesBrug, Barra en een hazeslaapje...

De woensdagochtend breekt aan. Ik kan me bijna niet voorstellen dat ik hier pas anderhalve dag ben. Er is al zoveel gebeurd, ik heb al zo veel gedaan.
Ik sta gebroken op. 

Ik heb vannacht echt heel slecht geslapen, misschien totaal drie uurtjes. Ik viel redelijk snel in slaap, maar ineens ging er een alarm af en zat ik rechtop in bed. Het bleek een alarm bij de buren te zijn, maar door dat gedoe met vriendin en de verhalen over broertje, ben ik toch behoorlijk paranoïde. Ik doe daarna nauwelijks een oog dicht en ben blij als ik mijnheer Kibrifasi net even over vijven weer hoor scharrelen in de badkamer.

Ik heb vannacht maar een plan van aanpak gemaakt wat ik vandaag allemaal moet doen. Ik moet vandaag de laatste kamers doorzoeken om de laatste papieren veilig te stellen. Ik moet naar Poese om de verklaring voor het Openbaar Ministerie op te halen en die laten tekenen op het OM om toestemming tot crematie te krijgen, ik moet langs de notaris om na te gaan hoe het zit met de akte van de stichting en na te vragen naar een testament, ik moet naar de postbus in Paramaribo om die op te zeggen en ik wil uiteraard naar de bank om te kijken wat er in de kluis zit.

Pff… er staat weer genoeg op het programma. Gelukkig is de douche koud, want dat maakt me klaarwakker. Na een ontbijtje – mijnheer Kibrifasi heeft eitjes gekookt (volgens mij komen ze uit zijn eigen ren), gaan we snel weer op pad naar het huis van mijn oom.

Ik heb er tot 10 uur de tijd om nog te werken. Net zoals gisteren, doe ik alsof mijn leven er vanaf hangt. Ik krijg nog even een hartverzakking als Herta en Strepie aanslaan, mijn hart gaat wel 200 ineens per minuut, zo bang ben ik nu dat zij met broer ineens voor de deur staan. Ze hebben voor zover bekend geen sleutel en zij zeker is niet helemaal blij met honden, maar toch vind ik het even heel spannend. Het blijkt een vreemde hond op het erf die ik wegjaag. Daarna gaat Herta dwars voor de deur liggen. Dat geeft me wel een veilig gevoel. Hoewel ik zelf ook wat bangig ben voor de twee waakse honden, vind ik het ergens ook wel zielig dat ze straks misschien wel naar het asiel moeten als dit voorbij is.

Ik vind nog wat relevante en ook onbelangrijke papieren en alle twee de sleutels van een bankkluisje in Paramaribo met ook het contract daarvoor. Mijn missie hier van vandaag komt ten einde. Helaas geen paspoort en helaas geen ID, op wat kopieën daarvan na, maar wel heel waardevolle andere zaken. Ik ga opgelucht verder met schoonmaken. Ik begin vandaag in de keuken. Waarom heeft iemand zoveel lege wasmiddelflessen onder zijn aanrecht staan? (naast de flessen die ik gisterenochtend vond, heb ik er nu ook weer een paar gevonden) Ook nog 4 andere lege flessen en een zooi lege jerrycans verdwijnen in een vuilzak.

In de waterkoker kook ik water voor een hete sop.  Ik maak de huiskamertafel schoon en neem de kastfrontjes af.  Volgende klus wordt de inhoud van de kastjes OF de slaapkamer, maar voor nu is het even klaar. Ik bedenk me dat ik nog een keer de kamer dweil met ‘Fabuloso’; die weeïge lucht is nog steeds niet weg en hoewel het iets minder lijkt te worden, gaat het toch niet helemaal weg.

De entree van het OM (foto niet van mij)
Mijnheer Kibrifasi komt stipt 10 uur aanrijden. We rijden vervolgens naar Poese waar ik de verschillende papieren teken. Daarna ga ik met het ontvangen papiertje naar het ministerie om toestemming te krijgen voor de crematie. Ik kijk mijn ogen uit, parkeren is bij het OM wel apart. Men heeft wel een eigen parkeerplaats, maar die is voor medewerkers, dus bezoekers parkeren langs de straat, maar daar mag je eigenlijk niet parkeren. Mijnheer Kibrifasi blijft dus bij de auto terwijl ik met Dana – die ook mee is- naar het OM zelf ga.

Het verbaasd me dat hier een vrij strenge beveiliging is. Inclusief een scanapparaat (dat niet gebruikt wordt) en poortjes. Ik mag, nadat ik duidelijk heb gezegd waar ik voor kom en mijn legitimatie heb laten zien, doorlopen naar de hal waar ook de loketten zijn.

Ieder loket is voor een specifiek aantal diensten en één loket is alleen voor betalingen van de leges. Ook al is dus één loket niet bezet en zitten er vijf wachtenden voor een ander loket, dan blijf je gewoon wachten voor dat ene loket. Niemand maakt zich er druk om. Safri, safri.

loketten in het OM (foto niet van mij...)
Gek genoeg ben ik heel snel aan de beurt. Ik heb het gevoel dat ik eigenlijk nog helemaal niet aan de beurt was, maar dat ik een voorkeursbehandeling krijg, maar niemand die me geïrriteerd aan kijkt, dus het zal wel in orde zijn.
De dame achter het loket gaat met de papieren aan de slag. Er moeten diverse stempels op, het moet een handtekening hebben van diverse mensen en alle legitimatie en akten (overlijden van zijn ouders en van zijn broer) moeten overlegd worden. Ik blijk het papier niet terug te krijgen dat gaat – begrijp ik- naar het academisch ziekenhuis waar ze het lichaam moeten vrijgeven.

Ik had me al opgemaakt voor een uurtje wachten, maar na een goede vijftien minuten sta ik alweer buiten. Dat viel me alles mee. Mijnheer Kibrifasi is ook opgelucht, want hij heeft de politie al twee keer verteld dat hij mij bij het Openbaar Ministerie moest brengen en dat hij daar moest wachten. Ik kijk naar de overkant van de straat waar twee agenten instemmend naar onze richting knikken. Ik schijn een bijzonder iets te zijn wat een hoop tolerantie – en voorrang- krijgt op dit moment.

Eén van de koloniale huizen, al is dit wel een 'opknappertje'
Veel van deze huizen zijn helaas in deze staat...
We rijden op de terugweg langs de notaris waar mijn oom cliënt was. We rijden een straat in waar allemaal prachtige koloniale huizen staan. Net als in Nederland, zitten notarissen, artsen en andere notabelen in mooie panden. Anders dan in Nederland, kun je hier ook gewoon binnenlopen. Hoewel het wenselijk is dat ik een afspraak maak, heeft de kandidaat notaris toch blijkbaar tijd, want ik mag even wachten en wordt dan verder het kantoor in begeleid.

De notaris geeft aan dat alles geregeld kan worden met betrekking tot de stichting als ik verklaring van overlijden heb. Voor overige zaken  heb ik een stamboom of een verklaring van erfrecht nodig. Ze geeft aan dat zonder die akte van overlijden er nog niets gedaan kan worden en er ook niks overgeschreven kan worden. Ze vertelt dat er door mijn oom in haar kantoor geen testament is opgesteld, maar dat als er afwijkingen zijn in relatie tot het erfrecht, zijnde geen bloedverwanten, dit het belangrijkste papier is, naast de eerder genoemde stukken. Ik heb ook geen testament gevonden in het huis en vriendin heeft eerder aangegeven dat ze ook geen testament heeft of kennis daar van heeft. Ik heb het aan haar gevraagd voordat ik naar Suriname afreisde om te weten of mijn oom bijzondere zaken aangaande de uitvaart had vastgelegd.

Het is vervelend voor mij dat ik nog niks administratief kan afhandelen, maar ook een opluchting dat zonder die papier niks gedaan wordt. Als ik het al niet kan met een aantekening van bloedverwantschap en de akten van overlijden van de rest van de familie en de erfrechtverklaringen van mijn ouders en grootouders, dan kan iemand anders (lees vriendin) dat dus ook niet. Niet zonder de wet te overtreden in ieder geval.

Misschien zit er een testament of andere laatste wensen document in het kluisje; ik heb de twee sleutels, maar nog geen verklaring van overlijden. Dat zal dus moeten wachten tot ik de papieren compleet heb.  Net zoals met het opzeggen van de postbus.

Ik bel het consulaat om te vragen hoe het zit als ik geen paspoort of identiteitskaart kan vinden. Zij leggen uit dat zolang hij niet gerepatrieerd gaat worden en gecremeerd in Suriname, ik die papieren niet nodig heb. Van repatriëring is geen sprake (mag overigens ook niet meer in deze staat), dus dat is een hoop zorgen minder.

Terwijl we door Paramaribo rijden, komen we langs deze katedraal
Ik bespreek met mijnheer Kibrifasi wat ik graag met de as van mijn oom zou doen. Mijn vader is uitgestrooid over de zee en ik zou het mooi vinden als mijn oom met zijn broer wordt herenigd. Mijnheer Kibrifasi legt uit dat ik een bootje kan huren en dan bijna tot aan de oceaan kan varen op de Surinamerivier waar ik hem dan kan uitstrooien. Iets dat we later zullen regelen. Dana geeft aan dat er ook diverse plekken zijn langs de Surinamerivier waar ik kan uitstrooien, dat is misschien veiliger dan een bootje. Mijnheer Kibrifasi zegt dat we later deze week langs een aantal plekken zullen rijden.


Terwijl ik uit het raam kijk, valt me op dat we niet op de weg naar mijnheer Kibrifasi’s huis zitten en bij een rotonde gaan we ineens richting een enorm hoge brug.

Zicht op Paramaribo vanaf de Wijdenboschbrug
Het is de Wijdenboschbrug, ook wel ‘Bosje brug’ genaamd. We maken blijkbaar een kort ommetje naar een ‘wijk’ die Meerzorg heet. Vanaf de brug is het uitzicht heel wijds en aan de andere kant van de brug lijkt het een stuk groener dan in Paramaribo zelf.

We stoppen bij een eettentje langs de weg, waar Dana uit de auto stapt en ‘Soft’ (de Surinaamse benaming voor frisdrank) haalt. Ik ben blij met mijn flesje groen Fernandez en ik peuzel de verse barra op, waarop voor mij gelukkig geen peper is ‘gezet’.

Dit is 'Barra'...(foto niet van mij)
Mijnheer Kibrifasi vraagt wat ik wil gaan doen. Ik geef aan dat ik het wel fijn vindt om gewoon even naar zijn huis te gaan en even wat te rusten. Het lijkt hem ook een goed idee. Volgens mij ben ik echt weer zo spookwit als ik altijd ben als ik moe ben, ik zie regelmatig de bezorgde blikken van Dana en mijnheer Kibrifasi die zij uitwisselen.

Dana kookt een gerecht met stokvis en nog wat andere dingen. De stokvis is wat minder naar mijn smaak, maar ik moet toch echt goed eten en dus zet ik mijn verstand op nul en eet – voor mijn doen- een redelijk flinke maaltijd.

Na de lunch geeft mijnheer Kibrifasi aan dat hij nog wat dingen wil regelen en Dana wil naar haar huis, want de kinderen komen straks thuis en ze moet daar ook nog koken. Mijnheer Kibrifasi geeft mij de sleutels van zijn huis en zegt tegen de avond weer terug te komen. Ik mag gewoon gebruik maken van het huis, hij adviseert me even proberen te slapen,maar als ik ga slapen moet ik wel alle deuren op slot doen. Hij geeft aan dat hij wel zal bellen als hij terug komt.  

Nadat ik de auto van het erf heb zien rijden en de poort gesloten is, sluit ik alle deuren van het huis en ga lekker in de airconditioning in mijn kamer liggen – ook met de deur op slot- en ik werk mijn dagboek bij en orden de papieren die ik gevonden heb en weet zelfs nog een hazeslaapje te doen. Ik schrik namelijk wakker als ik mijnheer Kibrifasi ineens buiten hoor roepen dat hij graag zijn huis weer in wil…


Geen opmerkingen:

Een reactie posten