vrijdag 28 juli 2017

Something smells Fishy... (er zit een luchtje aan)

Bakkeljauw (Klipvis)
bron: wikipedia
Met tante Nos op de voorstoel en Dana en ikzelf op de achterbank, rijden we naar Commewijne. Blijkbaar is er afgesproken dat we op een bepaald adres garnalen gaan halen en iets van vis, wat Bakkeljauw blijkt te zijn.

Op het adres waar we moeten zijn, is echter geen persoon te bekennen. Na wat heen-en-weer gebel, blijkt de betreffende verkoopster even naar de winkel te zijn. We wachten ruim tien minuten en dan ineens verschijnt er iemand. Mijnheer Kibrifasi is ietwat geïrriteerd over het feit dat hij heeft afgesproken op een tijdstip en dat er dan niemand is.

Tasjes worden achterin de auto gezet en de reis vervolgt zich, naar een volgend adresje waar ook een specifieke vis gekocht kan worden. We komen aan bij een soort visafslag/ haven. Dana wordt er op uitgestuurd om op de steiger na te gaan of de vis er ook is, maar komt onverrichter zaken weer terug. Later zullen we nog bij een aantal stalletjes langs de weg stoppen om te zien of die bepaalde vis toevallig daar wordt verkocht, maar uiteindelijk hebben we die vis helemaal niet kunnen kopen.

We rijden vervolgens een stuk land inwaarts. Ik ben verrast dat er ineens een strakke weg (ter breedte van een straat) ligt die met stenen is gelegd, er is nagenoeg geen kuil in te bekennen.  Aan weerzijden van de weg liggen landen met groenten. Ik zie aardappels, tomaten, andijvie, sla en pepers aan me voorbij gaan.

We stoppen bij een tomatenboer die een kraampje langs de weg heeft staan. Na wat onderhandelen, loopt de vrouw naar binnen, komt met twee kisten naar buiten en loopt het land op. Even later komt ze terug met twee kisten vol tomaten. Omgerekend is het nog geen vijf euro per kist.

Terwijl we stil staan valt me op dat aan de overkant een basisschool staat die ‘O.B.S. Alkmaar’ heet. Hé deze plaats heet Alkmaar… grappig. Zit ik kilometers van huis, zit ik alsnog in Alkmaar! Ik heb ook maar gelijk een foto genomen van het naastgelegen voetbalveld. Het ‘AZ’ van hier zeg maar. Ik amuseer me best wel.

O.B.S. Alkmaar

Strak gelegde weg door Alkmaar


Het 'AZ' stadion in Alkmaar, Suriname :-)

We rijden weer rustig verder en even later rijden we een erf op, toeteren twee keer en vragen dan de vrouw die naar buiten komt om ‘Paksoi’. Ook deze vrouw loopt naar binnen, komt naar buiten met een doek en mes, en gaat het land op. Even later komt ze terug met bosjes paksoi.
Heel bijzonder dat je hier langs een veld met groenten rijdt en als je het wilt kopen, rijdt je het aangelegen erf op, toetert, onderhandeld en vervolgens gaan ze het voor je van het land af halen.

Een stukje verderop wordt een grote zwarte emmer (!) pepers gekocht (omgerekend nog geen 8 euro), die ook vers van de struiken af wordt gehaald.

In de auto vind ik het nu wat minder aangenaam. Ik vraag me af of ze de garnalen en bakkeljauw niet als laatste hadden kunnen halen. Hoewel de auto airconditioning heeft, is dat niet aan mijnheer Kibrifasi besteed en de ramen staan dan wel open, die garnalen gaan toch op een gegeven moment ruiken, net als de vis die – heb ik gemerkt- van zichzelf al een behoorlijk penetrante geur heeft. Wat een meur!!! (en dan ben IK inmiddels toch al wat gewend na deze week)

Na de pepers gaan we nagenoeg direct naar het huis van tante Nos en laden daar de gekochte waren voor een deel uit. Daarna rijden we naar het huis van mijnheer Kibrifasi, waar we wat hangen en ons opfrissen.

Blijkbaar eten we vanavond bij tante Nos, want we gaan de auto weer in en weer richting Paramaribo. We zullen er patat en kip eten. De patat wordt onderweg bij een – specifieke- chinese supermarkt gekocht. Ook hier zijn er dus bepaalde winkels waar je voor bepaalde producten heen gaat omdat ze daar ‘het beste’ merk, soort of smaak hebben. Er wordt ook mayonaise gekocht. Het lijkt iets uitzonderlijks te zijn op het boodschappenlijstje van zowel mijnheer Kibrifasi als Dana, want ze vragen mij welke ze het beste kunnen nemen. Ik zie er de ‘Zaanse huisjes’ tussen staan en kies die, want die is ook niet de duurste en ik ken ‘m van thuis als niet al te slecht.

Dana heeft nukken vanavond. Ze lijkt wat kribbig in ieder geval. Mijnheer Kibrifasi is helemaal niet blij. Er lijkt sinds gisteren een bepaalde spanning te hangen tussen de twee, maar helemaal thuisbrengen kan ik het ook niet. Mijnheer Kibrifasi gaat op een gegeven moment helemaal uit zijn pan over de gang van zaken. Dana frituurt de kip bij tante Nos, ik vind het lekker, maar mijnheer Kibrifasi vind het helemaal niet naar de zin gaat zoals het gemaakt is, er schijnt van alles met de bereiding aan de hand te zijn. Te veel olie in de wok, te rommelig, te dit, te dat…


Als op de terugweg mijnheer Kibrifasi, Dana en Sam (die ook mee is) afzet bij hun huis, zeggen ze specifiek alleen mij gedag en wensen me goedenacht. Dit weer tot woede van mijnheer Kibrifasi. De verdere rit naar huis gaat alleen maar over de gedragingen van Dana en wat hij er van allemaal niet van vindt. Ik laat het het ene oor in gaan en het andere oor weer uit, wederom voel ik me ongemakkelijk, maar gelukkig is de rit nu een stuk standvastiger omdat er (bijna) geen drank is genuttigd…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten