Ik ken geen Surinaamse ‘odo’
voor ‘de moed zinkt in mijn schoenen’ anders had ik ‘m zeker als titel voor
deze blogpost gebruikt.
Wat ik aantref, nu ik
het huis van mijn oom in stap, is één grote bende. Ik kan niet beschrijven wat
een zooi het is en de moed zinkt me dan ook in de schoenen. Wat, in godsnaam,
is hier aan de hand?
Mijnheer Kibrifasi gaat
me voor in de ‘tour’ in het huis. Hij laat me duidelijk de plek zien waar mijn
oom is gevonden en ik probeer de vlekken die hier en daar op de tegels te zien
zijn, hardnekkig te negeren (wat niet lukt
overigens, maar dat heeft mede met de geur te maken…).
Ik snap er geen snars
van.
Mijn oom had in
Nederland een prachtige woning.
Wat zijn ogen zagen,
konden zijn handen maken. Ik herinner me
de opmerkingen van mijn vader over zijn broer, die van jaloezie doorspekt waren
(mijn vader probeerde het ook, maar was meer een ‘starter’ en geen ‘afronder’).
Ik herinner me de prachtige, met bootlak strak in de lak gezette deuren met
ruiten er in, die waren voorzien van de meest prachtige grafeerwerkjes met
schepen. Altijd scheepstaferelen. Ik was als kind onder de indruk van al die
prachtige dingen en hoopte het ooit zelf te kunnen maken…
Nu kan ik alleen maar
denken “wat is er gebeurd dat mijn oom dít in zijn leven heeft bereikt?’… mijn
hemel.
Kiekje van het huis... ik weet niet meer wat ik moet beginnen... |
Er is echt overal zooi.
Hoe moet ik hier in hemelsnaam ooit iets van maken? Hoe moet ik hier beginnen? De
moed zakt me écht in de schoenen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten