vrijdag 7 juli 2017

"Safri,safri"

Mijnheer Kibrifasi is gelukkig, net als ik, een vroege vogel. Even na vijf uur in de ochtend hoor ik gescharrel in de gang en de badkamer, dus ook ik kan zo er uit. Ik heb wat onrustig geslapen. In eerste instantie viel ik redelijk snel in slaap, maar al na een klein uurtje sloeg de airconditioning aan en was ik klaarwakker van het gezoem van het ding; hoewel hij niet eens zo’n herrie maakt. Ik hem ‘m toen maar uitgezet. Ik slaap eigenlijk het fijnst onder de deken, maar dan moet die airco wel aan, anders wordt het te warm. Die airco houdt me dan weer wakker, dus ik besluit het maar uit te proberen zonder kunstmatige koelte en dan half onder de deken (gelukkig een dunne) te gaan liggen. Zelfs in de nachtrust, poldert de Nederlander en sluit compromissen. Uiteindelijk valt het wel mee met de warmte en slaap ik nog wat lichtjes. Maar ik ben wel blij als ik er uit kan.

Na het douchen ben ik klaarwakker. Mijnheer Kibrifasi heeft geen warmwatervoorziening, dus douchen gaat hier met koud water. Lekker verfrissend. Het schijnt goed voor je bloedsomloop te zijn, maar het moment dat ik onder de waterstraal stapte, leek die bloedsomloop toch echt even stil te staan. Ha fijn, ik weet waar ik aan toe ben de komende tijd. In het vervolg eerst maar inzepen en dan snel afspoelen.

Mijnheer Kibrifasi heeft een simpel ontbijt (met Goudse kaas en kipboterhamworst) op tafel gezet en heeft koffie gemaakt. Hij verontschuldigd zich dat hij de koffie al heeft aangemaakt met melk en suiker, want dat doet hij ook zo voor zichzelf. Het lijkt er op dat in Suriname meer oploskoffie dan verse gezette koffie wordt gedronken (later kom ik het ook tegen in het huis van mijn oom en het wordt rijkelijk aangeprijsd in de supermarktjes). Ik bedank hem hartelijk en vertel hem dat hij precies goed is; ik houdt van zoet, en de melk (lees: gecondenseerde melk) maakt dat het écht wel zoet is.

Doks
Mijnheer Kibrifasi vertelt me dat hij, voordat we naar het huis van mijn oom gaan, eerst zijn kippen moet verzorgen. Hij heeft achter zijn huis een flink hok met kippen die hij voor de slacht houdt; slachten wordt trouwens op bestelling gedaan en dan worden ze ook gelijk geplukt; en dat allemaal achter het huis. Ik besluit er maar niet uitgebreid te kijken. Mijnheer Kibrifasi vertelt dat hij op een ander perceel een nieuw huisje aan het bouwen is en daar ook doksen heeft. Doksen zijn ‘Surinaamse eenden’ of ook wel ‘Muskuseend’.

Ik moet dus even ‘safri, safri’ ‘doen’.  Volgens mijnheer Kibrifasi is dat wel goed met al die stress die ik -blijkbaar toch ook zichtbaar voor anderen- heb. Ik leer dat ‘safri, safri’ een soort motto is hier in Suriname, dat betekent “rustig, rustig”  en je spreekt het uit als “saafrie, saafrie”.  

Vanaf mijn plekje naast de keukendeur bekijk ik, met een verse mok koffie, het plaatsje van mijnheer Kibrifasi’s huis, de grond die achter de muur ligt en de huizen die er schuin achter liggen. Bij één van de buren staat een grote kooi met een prachtige ara er in. In Suriname noemen ze dat trouwens weer een raaf.  Op de grond hiernaast staan grote kokospalmen en weer ergens anders zie ik een grote mangoboom; beide zijn vol vruchten.
 
Een deel van het plaatsje bij mijnheer Kibrifasi, met extra plek om te koken met de wok

In één van de appartementjes die mijnheer Kibrifasi verhuurt begint nu ook het ochtendritueel.  De deur gaat open en er komt een flinke, vrij donkere vrouw naar buiten. Twee kinderen worden op een bank gezet die voor de deur staat. Eén van de kinderen is blijkbaar ongehoorzaam; die krijgt een paar flinke oorvijgen en gaat vervolgens, na een paar snikken, braaf zitten.
Mijnheer Kibrifasi legt uit dat de dame uit Frans Guyana komt, maar ‘Marron’– wortels heeft en hier enkele maanden per jaar blijft. Haar dochter is kort geleden overleden en nu is er een periode van ruim een week aan bijeenkomsten met veel eten en rouwen voordat deze begraven wordt, hij legt uit dat zaterdag de begrafenis is en dat op vrijdag de meeste familieleden hier zullen zijn en dat het tot laat zal duren. 

Het verhaal is verder nogal vaag. De dochter is onder vreemde omstandigheden in haar slaap overleden, terwijl zij hartstikke gezond en nota bene zwanger was. Het verhaal is dat er door onmin en de – door de familie- zeer ongewenste zwangerschap een soort voodoo ritueel is uitgevoerd en dat ze daardoor zo raar dood is gegaan.  

Ik kijk naar de vrouw die blijkbaar nu begonnen is aan het opruimen van het plaatsje, het ontbijt voor de kinderen (het schijnen kleinkinderen te zijn) en het luchten van het huis. Ik zie haar zo nu en dan nieuwsgierig naar mij gluren. Ik verbaas me dat er even later nog een aantal mensen en een kind uit het – toch kleine- huisje komen; veel groter dan vier bij zes meter kan het niet zijn…


Mijnheer Kibrifasi komt vanachter het huis vandaan, wast zich kort en dan gaan we op weg naar het huis van mijn oom…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten