Ik ben ontzettend
ontroerd door de gastvrijheid van mijn Kibrifasi. Het is niet niks, naar
Nederlandse maatstaven tenminste, om ineens voor twee weken een logé in huis te
hebben. Mijnheer Kibrifasi wil wat te eten voor me maken, maar ik heb in het
vliegtuig al gegeten en ik kan echt niet meer eten, mijn biologische klokje
staat inmiddels al op twee uur ’s nachts en ik ben behoorlijk moe, maar ook
wakker en gespannen.
Een kijkje in de keuken bij mijnheer Kibrifasi |
Dana is intussen de
gastenkamer in orde aan het maken. Het beddengoed is prima, maar als ‘Bakra’
ben ik niet gewend aan de muskieten, dus er wordt een klamboe geïnstalleerd en
omdat ik ook niet aan de hitte ben gewend, heeft men ook de airconditioning aan
gezet, zodat ik straks in een koele kamer kan slapen.
Vanuit de keuken naar het plaatsje... |
Mijnheer Kibrifasi laat
zijn huis zien en waar ik slaap. Hij geeft aan dat hij het licht in de hal aan
zal laten; dat is ook om de rovers af te schrikken. De badkamer is een gedeelde
badkamer; maar het zal duidelijk zijn wanneer deze bezet is omdat er dan licht
brand. Hij zegt me dat ik de kamer op slot kan doen, zodat het voor mij
veiliger voelt. Ik ben blij dat de kamer af te sluiten is.
Onder het afdakje net
naast de keukendeur vindt ik mijn plekje op een plastic tuinstoeltje (waar ik
de komende weken regelmatig zal zitten). Het is nu redelijk koel en het koude
Parbo-biertje smaakt me bijzonder goed. Mijnheer Kibrifasi, Dana en ik proosten
op mijn oom en op dat alles goed moge gaan de komende weken en in mijn
ooghoeken zie ik een vleermuis voorbij fladderen….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten