Nu het ticket is
geregeld en we een maaltijd hebben gegeten is het tijd voor vertier. Mijnheer
Kibrifasi doet veel moeite om mijn gedachten ook op iets anders te richten en
hij zegt dat we naar ‘Waterkant’ zullen gaan.
Waterkant is waar de
‘Sranangman’ (Surinamer) op – doorgaans- vrijdagavond en zaterdagavond zich
vermaakt en ontspant. Een tijdje geleden is de kade opgeknapt, waardoor er nu
een (soort van) promenade is ontstaan met bankjes, naast de eettentjes met
tafeltjes van de tentjes waar het gebied om bekend staat.
We halen ook Dana op en
zij neemt haar zoon mee. Sam, zoals ik hem maar noem, is een heel sympathieke
jongen. Naar wat ik begrijp van een
beetje mopperende mijnheer Kibrifasi, is dat hij niet zo heel goed kan leren.
Mijnheer Kibrifasi is vrij bot tegen hem, volgens hemzelf voor de jongen zijn
eigen bestwil, maar ik stel vraagtekens bij deze leermethodiek.
'Djogo' (dat is eigenlijk de naam van de fles zelf) |
We strijken, nadat we
een beetje mazzel hebben met parkeren, neer bij een tentje op ‘Waterkant’. We
bestellen een djogo (een liter Parbo met – in dit geval- 3 bekertjes) en een
soft. Ik neem de omgeving in me op. Ik vind het er maar apart; het is compléét
wat anders dan bijvoorbeeld het Rembrandtplein of Leidscheplein (of het
Waagplein in mijn thuisstadje Alkmaar). Het is een rij met eet- en drinktentjes
(het zijn een soort vaste marktkraampjes) met daar tussenin tafeltjes en
bankjes. Het is er een beetje rommelig, ik omschrijf het maar als ‘morsig’,
maar door de mensen is het een gezellige boel en ik vind het leuk om de mensen
voorbij te zien lopen.
Aan de overkant van de
Suriname rivier, bij Meerzorg, zie ik allerlei lichtjes twinkelen. Op de
promenade lopen wat stelletjes en zitten gezinnetjes. Hier en daar staat een
koppeltje ‘mati’s’ (vrienden) die ook het aankomende weekeinde verwelkomen met
een djogo. ‘Bosjebrug’ is zachtjes verlicht met wat straatlantaarns. Er klinkt
een eclectische mix van muziek; soms typisch Surinaams of Caribisch, soms een
meer mainstream dance muziekje. Het
heeft in het geheel een charmante sfeer.
Waterkant bij dag (niet eigen foto, want ik heb zo min mogelijk waardevolle spullen - zoals mijn telefoon- meegenomen) |
Sam zegt zijn moeder dat
hij trek heeft in Saté. Het standje achter ons verkoopt garnalensatés en ze
zien er inderdaad goed uit. Ik maak een wedje met Sam. Als hij uit zijn hoofd
weet uit te rekenen wat de prijs van de saté is in euro’s, met een wisselkoers
van 8 srd per euro, met een foutmarge van maximaal 20 cent plus of min dan
krijgt hij hem van mij. Sam neemt de uitdaging aan. Eerst onzeker, maar daarna
zekerder, zie ik hem rekenen en nadenken. Even later geeft hij het antwoord:
“2,14 euro”. 2 euro 16 is de prijs met de officiële koers , dat is dus echt
hartstikke goed! Ik geef hem een compliment en het geld om de saté te open. Ik
zie hem glimmen van trots terwijl hij het satéetje verorbert. Dana lijkt
stiekem ook trots, al zal ze het misschien niet zo snel toegeven en mijnheer
Kibrifasi reageert al helemaal niet.
Sam wil heel graag
brandweerman worden. Hij vertelt het met glinstering in zijn ogen, maar kijkt
wat onzeker naar Dana en mijnheer Kibrifasi. Het lijkt er op dat hij niet echt
gemotiveerd wordt of gestimuleerd wordt om die droom na te jagen.
Ik besluit het er op te
wagen en hem wat te onderwijzen over de branddriehoek. De drie dingen die een
vuur nodig hebben en dat als je één van de drie wegneemt je het vuur dooft.
Komt die BHV-training toch nog ergens van pas. Sam is een ‘leerling’ die
aandachtig luistert en hij weet op een gegeven moment heel goed de koppeling te
maken tussen een middel en welke van de drie punten in de driehoek dat dan is
om het vuur uit te krijgen, dan wel op te laten laaien.
Google-streetview van Waterkant |
Ik ben blij dat ik mijn
aandacht ergens anders op kan vestigen. We doen ook nog wat simpele spelletjes
boter-kaas-en-eieren, maar dat is nog wat lastig, Sam wordt er iedere keer
ingeluisd. Dan vertel ik hem de ‘truc’ en hij lacht; op school is hij straks
onoverwinnelijk.
Nog een djogo verder,
stappen we weer in de auto naar mijnheer Kibrifasi’s huis. Normaliter stap ik
niet in de auto bij iemand die, die hoeveelheid gedronken heeft, maar een
andere keus heb ik ook niet echt, dus maar weer mijn verstand op nul en gaan.
De avond is bijzonder
plezierig verlopen. De gebeurtenissen van de ochtend zijn wat naar de
achtergrond gezakt en die nacht slaap ik – voor het eerst dat ik in Suriname
ben – ook heel goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten