zaterdag 22 juli 2017

Djogo bij Waterkant

Nu het ticket is geregeld en we een maaltijd hebben gegeten is het tijd voor vertier. Mijnheer Kibrifasi doet veel moeite om mijn gedachten ook op iets anders te richten en hij zegt dat we naar ‘Waterkant’ zullen gaan.
Waterkant is waar de ‘Sranangman’ (Surinamer) op – doorgaans- vrijdagavond en zaterdagavond zich vermaakt en ontspant. Een tijdje geleden is de kade opgeknapt, waardoor er nu een (soort van) promenade is ontstaan met bankjes, naast de eettentjes met tafeltjes van de tentjes waar het gebied om bekend staat.

We halen ook Dana op en zij neemt haar zoon mee. Sam, zoals ik hem maar noem, is een heel sympathieke jongen.  Naar wat ik begrijp van een beetje mopperende mijnheer Kibrifasi, is dat hij niet zo heel goed kan leren. Mijnheer Kibrifasi is vrij bot tegen hem, volgens hemzelf voor de jongen zijn eigen bestwil, maar ik stel vraagtekens bij deze leermethodiek.


'Djogo'
(dat is eigenlijk de naam
van de fles zelf)
We strijken, nadat we een beetje mazzel hebben met parkeren, neer bij een tentje op ‘Waterkant’. We bestellen een djogo (een liter Parbo met – in dit geval- 3 bekertjes) en een soft. Ik neem de omgeving in me op. Ik vind het er maar apart; het is compléét wat anders dan bijvoorbeeld het Rembrandtplein of Leidscheplein (of het Waagplein in mijn thuisstadje Alkmaar). Het is een rij met eet- en drinktentjes (het zijn een soort vaste marktkraampjes) met daar tussenin tafeltjes en bankjes. Het is er een beetje rommelig, ik omschrijf het maar als ‘morsig’, maar door de mensen is het een gezellige boel en ik vind het leuk om de mensen voorbij te zien lopen.

Aan de overkant van de Suriname rivier, bij Meerzorg, zie ik allerlei lichtjes twinkelen. Op de promenade lopen wat stelletjes en zitten gezinnetjes. Hier en daar staat een koppeltje ‘mati’s’ (vrienden) die ook het aankomende weekeinde verwelkomen met een djogo. ‘Bosjebrug’ is zachtjes verlicht met wat straatlantaarns. Er klinkt een eclectische mix van muziek; soms typisch Surinaams of Caribisch, soms een meer mainstream dance muziekje.  Het heeft in het geheel een charmante sfeer.
Waterkant bij dag (niet eigen foto, want ik heb zo min mogelijk
waardevolle spullen - zoals mijn telefoon- meegenomen)

Sam zegt zijn moeder dat hij trek heeft in Saté. Het standje achter ons verkoopt garnalensatés en ze zien er inderdaad goed uit. Ik maak een wedje met Sam. Als hij uit zijn hoofd weet uit te rekenen wat de prijs van de saté is in euro’s, met een wisselkoers van 8 srd per euro, met een foutmarge van maximaal 20 cent plus of min dan krijgt hij hem van mij. Sam neemt de uitdaging aan. Eerst onzeker, maar daarna zekerder, zie ik hem rekenen en nadenken. Even later geeft hij het antwoord: “2,14 euro”. 2 euro 16 is de prijs met de officiële koers , dat is dus echt hartstikke goed! Ik geef hem een compliment en het geld om de saté te open. Ik zie hem glimmen van trots terwijl hij het satéetje verorbert. Dana lijkt stiekem ook trots, al zal ze het misschien niet zo snel toegeven en mijnheer Kibrifasi reageert al helemaal niet.

Sam wil heel graag brandweerman worden. Hij vertelt het met glinstering in zijn ogen, maar kijkt wat onzeker naar Dana en mijnheer Kibrifasi. Het lijkt er op dat hij niet echt gemotiveerd wordt of gestimuleerd wordt om die droom na te jagen.

Ik besluit het er op te wagen en hem wat te onderwijzen over de branddriehoek. De drie dingen die een vuur nodig hebben en dat als je één van de drie wegneemt je het vuur dooft. Komt die BHV-training toch nog ergens van pas. Sam is een ‘leerling’ die aandachtig luistert en hij weet op een gegeven moment heel goed de koppeling te maken tussen een middel en welke van de drie punten in de driehoek dat dan is om het vuur uit te krijgen, dan wel op te laten laaien.

Google-streetview van Waterkant

Ik ben blij dat ik mijn aandacht ergens anders op kan vestigen. We doen ook nog wat simpele spelletjes boter-kaas-en-eieren, maar dat is nog wat lastig, Sam wordt er iedere keer ingeluisd. Dan vertel ik hem de ‘truc’ en hij lacht; op school is hij straks onoverwinnelijk.

Nog een djogo verder, stappen we weer in de auto naar mijnheer Kibrifasi’s huis. Normaliter stap ik niet in de auto bij iemand die, die hoeveelheid gedronken heeft, maar een andere keus heb ik ook niet echt, dus maar weer mijn verstand op nul en gaan.


De avond is bijzonder plezierig verlopen. De gebeurtenissen van de ochtend zijn wat naar de achtergrond gezakt en die nacht slaap ik – voor het eerst dat ik in Suriname ben – ook heel goed. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten