dinsdag 17 oktober 2017

Live Discovery


Op maandag besluiten manlief en ik eerst grind te gaan kopen voor 'tegen het huis aan'. De regens spatten het zand ontzettend op het huis en doordat het zand gelig is, krijgt het huis ook een vieze gelige kleur aan de onderzijde. Bovendien dient het grind als 'stille waakhond'; je kunt er onmogelijk over heen lopen (en dus rond het huis sluipen) zonder dat je het hoort.

We bestellen 6 kuub bij Kuldipsingh en rekenen af. De vracht wordt in twee keer geleverd in een klein truckje, want een grote kan bij ons niet komen. We denken dat het wel even zal duren voor het geleverd wordt, maar we zijn blij dat we niet tussendoor boodschappen zijn gaan doen, want nog geen tien minuten nadat we thuis zijn, rijdt het eerste truckje al het pad op, lost de lading en gaat gelijk de tweede halen. Als we de berg grind bekijken, hebben we (manlief vrees ik) wel wat te doen nog. 

Daarna besluiten we richting Moengo te rijden, vér voordat we daar zijn, wel ruim voorbij Tamanredjo keren we echter al om. Het is één lange rechte weg en het is een bloedhete dag, de thermometer bij 'Kuldipsingh' gaf 37 graden aan.... Bovendien is het verder dan we van te voren hadden ingeschat. 

De weg er naar toe is van prima kwaliteit, maar echt opschieten doet het niet en in Suriname zijn ook niet veel terrasjes - behalve in Paramaribo zelf- waar je even een relaxte pauze kunt nemen en als er één ding is dat je beter niet kunt doen in Suriname is even langs de weg stoppen en in de berm relaxen. De kranten staan dagelijks vol berichten van mensen die beroofd worden. 

Op de weg terug gaat de telefoon. Het is het postbedrijf en ze willen de doos graag bezorgen. Ik spreek met hen af dat ze na drieën terecht kunnen en leg hen uit waar ze moeten zijn. Ik zie er naar uit mijn spulletjes te ontvangen! 
De afgelopen maanden heb ik behoorlijk wat bijelkaar verzameld (lees ook: "verzamelwoede-en-harinkjes")  en ik kan niet wachten om het huis wat huiselijker te maken, naast dat ook onze goede werkhandschoenen én laarzen in de doos zitten, maar nóg meer kijk ik uit naar het zwembad, zeker met dit warme weer!

Uiteraard staat de bezorger bij het andere huis met hetzelfde adres. Na wel drie keer uitleggen, heel wat heen-en-weer bellen en uiteindelijk maar langs de hoofdweg staan om aan te geven waar hij moet zijn, hobbelt het busje het perceel op en kunnen we even daarna aan het uitpakken.

Hij staat, maar moet nog wel 'even' vol
Manlief begint gelijk aan het opzetten van het zwembad, al zal het zeker nog anderhalve dag duren voordat we daarna er in kunnen, want met bijna 2000(!) liter water dat uit een lullig tuinslangetje moet komen waar bijna geen waterdruk op staat duurt het even voor hij vol is. 

Ik ben ondertussen verwoed bezig om een schoenenrek in elkaar te zetten, lampjes in de keuken (op batterijen), kussens op de bank en wat nog niet meer neer te zetten en te leggen. Als de schemering invalt staat het bad, loopt het water en is de kamer een stuk huiselijker. 

Grappig genoeg heeft Streepie besloten dat het goed toeven is onder de auto en ze is dan ook alles aan het gadeslaan vanonder de achterbumper. Ze vindt het bad volgens mij maar vreemd.

We zitten na gedane arbeid, beiden tevreden op de veranda en kijken hoe de vleermuizen uitvliegen, die blijkbaar hun huis hebben onder ons dak, al zijn we ons ook al een aantal malen een hoedje geschrokken als er een exemplaar door het huis vliegt. In eerste instantie was mijn reactie dat ze weg moesten, bang voor hondsdolheid. In tweede instantie besef ik me dat ik ongetwijfeld overdrijf. Ze vangen namelijk ook een hoop vliegend ongedierte en we nemen de 'ongemakken' van de diertjes (ze laten hier en daar nog wel wat achter en het schrikken) dan ook graag voor lief, bovendien vinden we het reuze gaaf dat we 'live Discovery' hebben zo op onze veranda...

maandag 16 oktober 2017

Vanzelfsprekend?

In de afgelopen maanden ben ik gaan beseffen hoeveel ik vanzelfsprekend vind en hoe goed dingen eigenlijk geregeld zijn in dat kleine landje dat Nederland heet. Als onderdaan van "mopper-en-klaag-natie numero uno", vergeet je dit al snel, maar als je te maken hebt met een ander land, andere cultuur en normen- en waarden, dan merk je - ik althans wel- hoe goed we het in Nederland voorelkaar hebben.

Het begon met het aantrekken van een aannemer. Na de roof in maart besloot ik dat het wijs zou zijn om diefijzer aan te laten leggen om de veranda heen van 'het huis'. Helaas super ontsierend en het is alsof je in een kooitje zit als je buiten wilt zitten, maar helaas ook heel erg noodzakelijk. Zo is het heel vanzelfsprekend, dat we in Nederland gerust 's avonds in onze tuin de barbeque ontsteken en lang genieten van een zwoele zomeravond. In Suriname heb je grote kans dat je wordt overvallen als je dat niet op een beschermd perceel of achter diefijzer doet. 

Ik had me eerst goed ingelezen. In Suriname is - dat is dan wel weer lekker- 'facebook-dataverkeer' bij Digicel gratis. Veel bedrijven hebben dan ook geen gewone website, maar staan op Facebook. Ik heb weet- ik-niet-hoeveel van die pagina's bekeken en voornamelijk ook gekeken naar Nederlanders die in Suriname goede ervaring hadden met een aannemer. Zo kwam ik bij ene Roedijk uit. Prima offerte (beetje hoog arbeidsloon maar ach) en het ging voorspoedig. Ijzer zat er - dacht ik- prima op.
Mijnheer Kibrifasi zegt dan ook op een gegeven moment dat het spul klaar is en ik betaal de laatste termijn. Toen begon de ellende. Laswerk bleek amateuristisch en de voordeur sluit niet goed. Deur meegenomen door Roedijk. Zogezegd heeft ie het gerepareerd, afspraken maken en maar niet nakomen, weer bellen, weer niet nakomen etc. etc.  Ik wacht ik nu nog steeds op die deur. Tijdens de vakantie hebben we het geheel dichtgemaakt zo goed het kon met een ladder en wat ijzeren staven, anders zit je nog niet rustig op je veranda. Wijze les: eenmaal betaald, kun je naar enige overige service c.q. werkzaamheden of reparaties fluiten. Letterlijk nu dus garantie tot aan de (weggenomen) deur. 


Vinden we in Nederland het vanzelfsprekend dat we in zulke gevallen naar een consumentenorganisatie kunnen stappen... in Suriname is er niet zoiets. Je kunt hooguit naar de politie, waar je dus niet heen wilt, om aangifte te doen van oplichting (of in mijn geval 'ongeoorloofd wegnemen (eigenlijk 'weghouden') van reeds betaalde goederen). 

Zo zijn er nog talloze zaken die in Nederland heel vanzelfsprekend zijn; goede gezondheidzorg bijvoorbeeld - lees voorgaande stukje over de gebroken voet van mijnheer Kibrifasi- of verkrijgbaarheid van medicijnen. Die schrikbarende berichten over de slechte gezondheidszorg zorgden er voor dat ik afgelopen maanden, naast het behoorlijk intens opfrissen van mijn reguliere EHBO kennis, ook heb leren hechten en ik heb een enorm complete EHBO set aangeschaft, inclusief tandheelkundige noodset. 

Wat dacht je van zoiets simpels als 'vers en veilig voedsel' in een willekeurige supermarkt. Twee maal pakte ik een verpakking uit de schappen dat er verre van OK uit zag en bij nadere bestudering ook al ietsjes (lees: diverse maanden) over datum waren. Het is dus oppassen geblazen met wat je koopt. Je kunt nog het beste verse producten op de markt kopen ben ik van overtuigd -naast dat je de nationale economie en lokale middenstand er mee ondersteund in plaats van 'importspul' te kopen. Maar het is niet alleen wát je koopt, maar ook áls je het koopt moet je oppassen. Je moet het geld twee keer natellen want 'vergissen met' (lees: veel te weinig) teruggeven is in Suriname 'standaard praktijk'.

Goed wegennet? Goed en gestructureerd openbaar vervoer? In Suriname is het afhankelijk van waar je bent en welk tijdstip het is. 
Ik heb begrepen dat zelfs het krijgen van je salaris - zeker als je bij de overheid werkt- niet vanzelfsprekend is. Salarissen veelal te laag om van rond te komen of worden simpelweg te laat (of zelfs niet) uitbetaald. Dat betekent dat het volk steeds armer wordt en teruggrijpt op minder ethisch gedrag zoals roof....

"Even pinnen" kunnen wij in Nederland zelfs 's avonds nog wel even doen (tenzij je de pech heb dat er net een plofkraak is gepland natuurlijk), maar in Suriname moet je zelfs overdag al op je hoede zijn om geld uit de muur te halen en in de winkels kun je niet zonder meer met 'Maestro' of creditcard betalen; daar moet je een Surinaamse rekening voor hebben. Het 'veiligste' is dus om een beperkt bedrag te pinnen - overdag-  en dan direct inkopen te doen zodat je zo min mogelijk cash bij je hebt.

Toch is het niet allemaal kommer en kwel (onthou; ik ben onderdaan van 'mopper-en-klaag-natie-numero-uno). 
De mensen in Suriname zijn - ook al kijken ze vaak boos (laten we wel wezen: zou jij ook kijken als je jouw salaris niet kreeg uitbetaald) heel hartelijk en het weer, de natuur, het eten, de sfeer.... tja... er is veel dat het land Suriname te bieden heeft. Dat spreekt dan wel weer voor zichzelf...

zondag 15 oktober 2017

Onverwacht bezoek met een staartje...

Zondagochtend werken we - net zoals de afgelopen dagen- rustig aan huis- en tuin als er ineens een onverwachtte gast midden op het terrein staat. De afgelopen dagen hebben we haar vaker gezien. Eerst hield ze alles in de gaten vanaf het terrein van de overburen, liep vervolgens naar het overwoekerde perceel daarnaast en bleef dan vanuit het struikgewas naar ons kijken. De dagen er na kwam ze steeds iets dichterbij, maar ze kwam nooit op ons perceel, ze bleef op de 'bruggetjes' en liep dan weer verder. 

Tot vandaag. 

Ineens staat ze midden op het perceel en kijkt wat knarrig naar wat we aan het doen zijn. Ik wil op haar aflopen, maar daar wil ze niks van weten en keert na mij even uitvoerig te hebben bekeken weer naar de weg terug. 
Ik roep nog naar haar: "Streep, Streepie!!", maar ze loopt onververstoord verder. 

***

Vanaf het moment dat ik in februari terug vloog naar Nederland, zijn mijn gedachten bij mijn twee 'canine' beschermers geweest. Streepie (het oudje) en Herta (de naar aandacht smachtende herder) bleven achter bij het huis.

Mijnheer Kibrifasi zou een nieuw huis voor ze zoeken, maar zou ze eerst nog enkele weken rond het huis laten en voeren. Met honden op je perceel heb je een kleinere kans op inbraken c.q. roof. 

Helaas was dat in dit geval niet zo. 

Ik belde - ik was toen ruim drie weken terug - mijnheer Kibrifasi op om te vragen hoe het ging. Normaliter hebben we dan gewoon een gesprekje, maar nu zou hij later terug bellen. 

Pas veel later belde hij terug. Hij was bij het huis geweest. Er was ingebroken. De voordeur was geforceerd, slot en sponning kapot, container open. Dozen over het terrein verspreid. Televisie, dvd-speler, radio en gasbom zijn geroofd, evenals de bushcutter en nog wat ander electrisch gereedschap uit de container. De politie was ter plaatse geweest en had een rapport opgemaakt. 

Mijnheer Kibrifasi vertelt dat niemand iets heeft gezien, maar dat ik normaal in Suriname. Niemand heeft ooit iets gezien. Niemand wil iets met de politie te maken hebben of een bezoekje van dezelfde rovers krijgen. Al ben ik er nog niet helemaal over uit wat men erger vindt. 

Mijnheer Kibrifasi zegt verder dat hij bij het lopen naar de container is gestruikeld en dat hij zijn voet heeft bezeerd. Hij moest daarvoor eerst naar dokter, daarna naar het ziekenhuis voor foto's en -vier uur later (!!) - kon hij weer bij de dokter in het ziekenhuis terug voor de uitslag. Zo gaan dingen in Su; het is niet zo dat alles in één keer wordt geregeld. Je moet blijkbaar overal aparte afspraken voor maken en kunt dan de pech hebben om uren te moeten wachten op de volgende stap. Mijnheer Kibrifasi, heeft de pech dat zijn voet gebroken blijkt te zijn. Hij heeft nu gips en krukken.

Ik vraag naar de honden. Hebben die niet gewaakt?  Waren ze al weg naar een nieuw huis? 

Dat blijkt niet het geval. 

De rovers wisten blijkbaar van de honden op het perceel en ze zijn voorbereid gekomen. Ze hebben de honden geprobeerd te vergiftigen, maar beiden hebben het gelukkig overleefd. Al is Herta -blijkbaar - geslagen waardoor ze een kreupel poot heeft. Streepie heeft hij wel even gezien, maar ze blijft in het hoge gewas van het naastgelegen perceel en weigert ook maar in de buurt te komen. 

Herta is kort daarop door een man - wel bekend bij mijnheer Kibrifasi -  opgehaald en naar de dierenarts gebracht. In ruil daarvoor wilde hij haar graag houden. Wie de man is, weet ik niet. Ik hoop maar dat Herta inderdaad goed terecht is gekomen, want ik zal haar - ook later - niet meer zien.

Streepie was  - en is-  een apart geval. Het oudje laat zich niet vermurven om te verhuizen. Uiteindelijk schijnt - volgens mijnheer Kibrifasi althans- ze opgevangen te zijn door één van de buren. Al weet ik nog steeds niet welke van de buren dat is...

Hoe dan ook, ze heeft blijkbaar besloten, na wat voorverkenning, dat nu er weer reuring is bij het huis zij ook weer welkom is of misschien laat ze zich nu gewoon zien na een paar dagen observeren. Want hier en daar vind manlief plekken in de tuin die duidelijk 'dutplekjes'  of 'schuilplekjes' zijn. Streepie lijkt niet van plan te zijn geweest ooit te vertrekken.

***

Ik tuur naar het struikgewas van het perceel schuin aan de overzijde waar Streepie naar toe is gelopen en zie dat ze - net als afgelopen dagen- tussen het gras ligt. Ze houdt ons nauwlettend in de gaten. 

Streepie is terug.

woensdag 4 oktober 2017

Rijen, rijen, rijen in een wagentje...

Eindelijk heb ik weer internetverbinding op mijn mobiel. Het gaat hier een beetje af-en-aan, maar ik heb deze zaterdagochtend eindelijk even wat kunnen browsen naar de bedrijven die autootjes verhuren en die ik had gevonden in de Surinaamse telefoongids, welke gelijk ook een soort Gouden Gids is.

Mijnheer Kibrifasi had me zijn auto aangeboden, maar dat voelde op de één of andere manier niet helemaal goed en de afgelopen dagen leek hij die auto zelf ook behoorlijk nodig te hebben. Ik huur dus liever zelf een karretje, dan ben ik ook minder 'verschuldigd'. 

Ik vind een bedrijfje in Paramaribo dat nog tot twee uur vanmiddag open is en redelijk is geprijsd. Dus manlief en ik gaan weer met de bus naar de stad. Het is nu echter zaterdag en een stuk minder druk met mensen die met de bus reizen, we wachten ruim veertig minuten bij de buurtsuper tot er een bus komt die ons naar de stad brengt. 
Het autootje voor de komende weken
('ze' spreekt overigens Japanse aanwijzingen)

Dit keer lopen we nagenoeg direct de goede kant op en gelukkig komen we nog ruim op tijd aan bij de verhuurder. Een ruim kwartier later rijden we het parkeerplaatsje af. Het is een beetje wennen omdat je aan de 'verkeerde kant' van de auto en ook de weg zit, maar al snel gaan we "gewoon" in het verkeer mee. Tijd voor een wandelingetje.

Eerst rijden we langs 'Varrosiaux', een leverancier van verf. Daar haal ik 5 gallon primer en 5 gallon buitenlatex in een lichtblauwe kleur. Ik ben benieuwd hoe dat er straks op het huis uit gaat zien. Hoe dan ook; het is vast netter dan de betonlook die het nu heeft.

Met de emmers nog achterin gaan we vervolgens op pad. Ik besluit om richting Groningen te rijden. We zetten de airconditioning niet aan, maar wel de raampjes lekker open; dat scheelt straks ook weer wanneer je uit de auto stapt en dan is de overgang immers niet zo groot.

In Groningen zitten we even langs de Saramaccarivier te genieten van het uitzicht. Helaas is de steiger afgesloten, want die is al te ver vergaan, het is -lijkt het- lang geleden dat daar mensen op zijn geweest. We zitten dus op een betonrand naast de steiger, totdat een best grote spin en vervolgens een of ander raar insect voorbij komt en we besluiten verder te gaan.

In tegenstelling tot in Februari waar we vanaf Groningen de weg terug reden, rij ik nu verder richting de Oost-West verbinding (ook wel 5e rijweg) naar de Saramaccabrug. We rijden via de Wayamboweg, Garnizoenspad en de Kwattaweg, Paramaribo weer in. Op de Kwattaweg stoppen we, nog nèt voor sluitingstijd bij een perceel waar diverse planten worden verkocht. Met een kofferbak vol met plantjes en wat palmen rijden we door naar de Subways die we net even verderop hebben gespot om - zij het late- lunch te eten.
Yin Du market aan Highway (foto: Socrates Arrais)

Na de lunch rijden we via de prachtige Sint Petrus en Paulus basiliek - die helaas al gesloten is en we niet kunnen bezichtigen - en de Waterkant weer naar Highway (drukte bij het uitrijden van Paramaribo!) na een korte stop bij Yin Du supermarkt, komen we even later weer aan bij het huis.

Manlief duikt gelijk te tuin in om de plantjes te poten en ik trek de emmer primer open om de eerste muur van een laag te voorzien. De zon is nu - na vijven- niet zo fel meer en het is nog heerlijk een kleine twee uur klussen voor de zon ondergaat en er niet voldoende licht meer is.
Voortuintje 

Net na zevenen is de eerste muur wit(tig) en hebben de plantjes hun plekje gekregen. Met een koud drankje genieten we vanaf de veranda van de bloemetjes die nu de voortuin sieren. Het begint al wat te worden zo!



donderdag 28 september 2017

Pasensi na wan bita bon, ma en froktu switi fu nyan

De vertaling van deze 'Odo' is: 
"Geduld is een bittere boom, maar zijn vruchten zijn lekker om van te eten." en het betekent zoiets als "Er zijn zaken die ogenschijnlijk veel tijd in beslag nemen, als uiteindelijk de tijd rijp is, plukt men de mooiste, lekkerste vruchten hiervan" en wij kennen het in Nederland als "Geduld is een schone zaak"....

Tja, welke kant was 't ook al weer op? Manlief en ik kijken om ons heen om ons te oriënteren waar we precies zijn en waar we naar toe moeten. We zitten nu op de dr. Sophie Redmondstraat en moeten richting Waterkant. We kiezen - blijkt achteraf- niet de kortste weg, maar zien daardoor wel een stukje Paramaribo. 

Via de Zwartenhovenbrugstraat komen we op de Wagenweg Straat, waar we bij een toeristenbureau toch maar even de weg vragen en vervolgens via een stukje terug over de Zwartenhovenbrugstraat en de Steenbakkerijstraat bij de VolkskredietBank Suriname, Waterkant terecht komen. Jawel, aan het einde van de dr. Sophie Redmondstraat, een paar honderd meter verder doorlopen als waar wij afgeslagen zijn. 

Op het hoekje van de SVB staan - helaas- meerdere 'shady' figuren. Ik vond dat in februari al niks en ik vind het nu nog steeds creepy. Sommigen schijnen goud of zilver te willen verkopen heb ik begrepen. Er lopen ook behoorlijk wat bedelaars in de buurt van de bank, alsof als je net geld hebt gehaald je gelijk dat geld aan hen zal gaan geven. We lopen snel de bank in en wachten bij de balie tot we aan de beurt zijn. 

Ik overhandig de verklaring van erfrecht - met apostille- en de andere benodigde papieren. Zoals ik ook heb besproken met mijn contactpersoon bij de SVB en zoals de voorwaarden van de kluis vereisen. De dame neemt de papieren aan en maakt de benodigde kopieën en vraagt me even te wachten. De spanning loopt nu toch wel op. Ik ben ZO nieuwsgierig wat ik straks ga aantreffen! 

De dame komt, het heeft even geduurd, weer aanlopen en overhandigd mij de originelen. Maar... vervolgens zegt deze "U wordt gebeld wanneer u kunt langskomen".  Euh.. wat? Ik had toch al afgestemd en dingen doorgenomen? Wat is dit nu weer voor onzin? Krijg je eerst te horen dat je met die papieren moet terugkomen om toegang te krijgen, kom je terug met die papieren en dan is het nog niet goed blijkbaar... 

Het lijkt er echter op dat er geen andere mogelijkheid is om te wachten op het telefoontje. Ik wil ook geen stennis schoppen met het risico dat ik er straks helemaal niet meer welkom ben. Frustrerend is het wel. Nog langer wachten... nog langer in spanning zitten en nog langer onzekerheden... maar, zoals ik deze blog begon "geduld is een schone zaak".
Zwartenhovenbrugstraat (foto: De digitale winkelstraat)


Manlief en ik verlaten teleurgesteld de bank. De meegenomen bescheiden klem ik nog wat steviger onder mijn arm als we de bank weer verlaten, die vreemde figuren hangen er nog steeds en er is een woordenwisseling tussen de bewaking en een - blijkbaar boze- dame. Het geeft echt een super onveilig gevoel. Jammer voor zo'n centraal punt in Paramaribo.

Via de Jodenbree Straat en Domineestraat komen we bij een mall waar ook een aantal eet tentjes in zitten en we eten daar als (late) lunch een rotirol (sondro pepre ;-)).  Daarna lopen we de Domineestraat uit totdat we weer bij de bushalte zijn. 

Dan is het even zoeken welke bus we moeten hebben, maar de chauffeurs zijn erg behulpzaam en al snel vinden we de bus naar 'onze stek'.  Zoals gezegd, vertrekt een bus als hij vol zit. En vol is ook echt vol. In de kleine busjes, zitten aan de ene kant twee-zits bankjes en aan de andere kant enkele stoelen, naast de chauffeur zitten ook nog twee plekken EN - daar komt t- je kunt nog stoeltjes naar beneden klappen zodat het gangpad ook geheel gevuld is. Manlief en ik zijn de laatsten die de bus in kunnen. Ik zit op het één na laatste klapstoeltje en manlief op - dus- de laatste. Dat betekent ook, gezien de deur gewoon tijdens de rit open blijft- dat hij naast de open deur zit. En zonder enige gordel of andere beveiliging, levert dat een spannend ritje op. 

Hij is dan ook blij dat er op een gegeven moment voldoende mensen uit zijn gestapt zodat we op een gewone bank kunnen zitten. Na een ruim half uur komen we aan bij de 'wijk' waar wij moeten zijn, alleen neemt de bus nu een heel andere route dan op de heenweg. Omdat op de weg voor ons huis de bussen wel  heen-en-weer rijden en dus dezelfde route heen-en-terug nemen, baart dit wat zorgen. Komen we wel terecht waar we verwachten terecht te komen? Ik hoop toch echt dat deze bus ook weer bij de buurtsuper terecht komt. 

Een vrouw schuin naast ons, ziet de vertwijfeling en zegt dat de bussen eigenlijk altijd wel wat varierende routes rijden. Dat ligt aan het tijdstip, aan de mensen die er in zitten, of de chauffeur nog ergens wat moet afleveren of ophalen en wat nog niet meer. Er zijn echter altijd plekken waar ze altijd langs komen; zoals de buurtsuper en daar stappen we dan ook uiteindelijk uit.

zondag 24 september 2017

Biotex en Bussen

Om even voor half zeven in de ochtend, geniet ik van de koele ochtend. Terwijl ik op mijn schommelstoel een flinke mok koffie opdrink, denk ik aan de afgelopen dagen en hoe snel ze zijn omgevlogen. De tuin is nu al voor een flink stuk ontdaan van de dorre struikjes, de muren zijn voor een groot deel al schoon. Ik ben blij met de indeling zoals die nu is; met de eettafel in de keuken en de zithoek aan de voorzijde van het huis. Ziet er gewoon logischer uit...

EHBO pakketje van Omega Supplies
- met dank aan Michel Meijer
In één van mijn eerdere blogposts schreef ik over mijn schoonmaak-perikelen in februari en de moeite die het me kostte de opgedroogde lichaamsresten van mijn wijlen oom te verwijderen. Door die blog kreeg ik van Omega Supplies een 'EHBO' pakketje toegestuurd; een 'Eerste Hulp bij Overlijden' pakketje zoals Michel Meijer het noemde. Ook kreeg ik meerdere waardevolle tips hoe je 'die dingen' goed kunt schoonmaken. Dat doe je dus niet met 'Fabuloso', maar met vloeibare Biotex Groen. Het nadeel van Biotex groen is echter dat het, en zeker niet in geconcentreerde vorm, goed is voor je huid en zelfs gewone latex/nitril handschoenen wegvreet. Het pakketje bevat speciale, extra dikke handschoenen om met die Biotex schoon te kunnen maken. Verder zitten er geurpennen in (en die roken zelfs al in het pakketje citroenfris!), handreinigingsmiddel (een soort spraypennen) EN een busje met "deb instant foam" (sterker dan meerdere flesjes sterilon)...
Ook heel bijzonder is een soort vaseline-achtig spul dat je onder je neus kunt smeren; wat je ook voor smerigs aan geur tegenkomt... het ruikt naar vanille! Het werkt ongeveer drie uur en het houd je hersens dus flink voor de gek en één persoon moet het in ieder geval niet gebruikt hebben, want je ruikt dus ook gaslekken, bedorven voedsel, etc. als vanille...

Gisteren heb ik de voegen op de vloer, waar mijn oom ooit lag, helemaal verzadigd met Biotex. Daarna heb ik de hele boel weer goed geschrobd. En wel-heb-je-ooit; de laatste restjes zijn nu weg EN ook het (zij het minimale) vreemde geur-residu is nu weg. De muren in dezelfde omgeving heb ik eerst met Biotex afgenomen en daarna heb ik ze in gesprayd met een citroenpen. Het is allemaal nu écht schoon en dat geeft een fijn gevoel. Ik vraag me af waarom de 'gespecialiseerde schoonmaker' hier in Su dat soort dingen niet weet en gewoon met een simpel koud/ lauwig sopje even zwabbert. Niet echt kundig EN niet respectvol naar de nabestaanden die met zoiets te maken hebben en dat terwijl het zo'n simpele oplossing is.

Manlief heeft zich inmiddels bij mij op de veranda gevoegd en smeert zich weer in met Krappa-olie; er zijn toch weer wat muskietjes geweest die hem te pakken hebben gehad. Hij besluit nu het nog koel is, gelijk in de tuin nog wat werk te doen. Ik doe nog een stuk muur en zet een aantal keukenkastjes in de bleek.

Om een uurtje of elf hebben we allebei weer gedouched en hebben we ontbeten. Klaar om naar de stad te gaan.

Een typisch Surinaamse bus
foto: http://www.pietbuitendijk.nl
We lopen naar de 'buurtsuper' een paar honderd meter verderop en wachten op de bus. Het is wel even spannend, want er is niet zoiets als een bushalte en ook op de bussen staat niet echt waar ze heen gaan. Voor zover ik heb begrepen rijden alle bussen naar Paramaribo centrum. Als je dus van dorp A naar dorp B wilt en de bus van dorp A gaat niet via dorp B onderweg naar Paramaribo, dan moet je dus helemaal naar Paramaribo om daar de bus naar dorp B te nemen. Er is ook geen vast schema. In Paramaribo vertrekken de bussen gewoon als ze vol zitten. Op drukke tijdstippen zijn er dus veel bussen achter elkaar, op rustige tijdstippen kun je gerust tot een uur zitten wachten tot de bus vertrekt. Vandaag hebben we geluk. Binnen tien minuten komt er een bus aan die ons naar Paramaribo brengt en dat kost wel 2,50 SRD per persoon; oftewel (met een koerst van 8 SRD per euro);  31 Eurocent.

We krijgen als 'bakra's'  (Sranang voor 'kaaskop' of 'Hollander') wel wat blikken toegeworpen dat we in de bus reizen. De meesten reizen nagenoeg altijd met een auto of een taxi. Ik vind het echter een heel eerlijke manier van reizen; hij gaat gewoon naar een vast eindpunt, de prijs is vooraf bekend... en niet zoals met een taxi dat je achteraf behoorlijk gen***d kunt worden. En waarom zou het niet goed genoeg voor ons zijn? Het is een prima ritje en je komt waar je wilt zijn en als je ergens onderweg wilt uitstappen druk je gewoon op de knop en stopt de bus op het eerstvolgende erf of kruispunt. Als je weer mee wilt, steek je gewoon je hand op als de bus er aan komt (bushalte of niet); als er plek is, stopt hij en kun je mee.



Een goed half uur later stappen we uit bij het 'busstation' in het midden van Paramaribo en we gaan op zoek naar de bank. Op weg naar de kluis. Ik verheug me er op dat ik straks eindelijk zal weten wat er in zit...

Krappa-olie, grietjebies en de schommelstoel

Een klamboe goed ophangen is een kunst – blijkbaar. Vannacht heb ik wel drie muskieten naar het hiernamaals geholpen en ik zit onder de bultjes van exemplaren die het wel hebben overleefd (of me hebben geprikt voordat ik ze doodsloeg). Je moet zo’n ding blijkbaar goed met de lakens instoppen en niet alleen over de bedranden laten hangen, want daar komen die krengen dus doorheen.

Dus sta ik om even over zessen in de ochtend mijn benen in te smeren met ‘Krappa-olie’. Behalve dat het helpt tegen de muskieten zelf (ik had mezelf dus ook moeten insmeren er mee vóórdat ik ging slapen), helpt het ook goed tegen de jeuk én helpt het de bultjes te verminderen. We vinden zelfs dat de krappa-olie uiteindelijk beter werkt dan de deet-lotions die we hebben meegenomen uit Nederland...

https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2521723
(Door I, Arria Belli, CC BY-SA 3.0)
De zon is nog niet op zo vroeg in de ochtend en dus is het nog relatief koel, al wordt het hier niet kouder dan 26 graden in de nacht. Op de veranda geniet ik van een flinke mok koffie en kijk ik naar het vogelleven in de ‘voortuin’ Zo zitten op de elektriciteitsdraad een drietal zwartgele vogeltjes (grietjebies zo weet ik nu) die er lustig op los kibbelen en haasje-over lijken te doen, eigenlijk zijn ze best agressief naar elkaar en alle insecten die maar in de buurt komen, worden zonder pardon uit de lucht geplukt. Over het zand hipt een superklein bruin vogeltje en ook voor deze inieminie is geen insect veilig.

Halverwege de ochtend komt mijnheer Kibrifasi weer aanrijden. Vandaag gaan we in ieder geval een nieuwe gasbom (in Suriname heet een gasfles een gasbom) halen, met bijbehorende klemmen en regulator.

Ik vraag mijnheer Kibrifasi toch echt te stoppen bij een pinautomaat, om het geld voor de gasbom en dergelijke te kunnen pinnen, waar hij gelukkig eindelijk gehoor aan geeft; ook al lijkt hij niet echt genegen te zijn te stoppen. Het voelt een stuk fijner om wat ‘SRD’ in mijn portemonnee te hebben, een stuk minder afhankelijk ook.

Mijnheer Kibrifasi heeft navraag gedaan bij diverse winkels waar deze het goedkoopste is en zegt daarheen te rijden, maar in plaats daarvan rijdt hij naar het terrein van de EBS (EnergieBedrijf Suriname). Had ik dat geweten, dan had ik in plaats van mijn slippers en jurk, wel mijn schoenen en broek aangetrokken; zonder kom je namelijk het terrein van de EBS niet op.
Dus alsnog naar de winkels en even later rijden we met gasbom en –uit een andere winkel- de regulator en klemmen weer huiswaarts.

We stoppen ook nog even bij de supermarkt. Het is een grotere supermarkt langs highway, niet zoals de buurtsuper bij ons om de hoek. Deze heeft een ruim assortiment van artikelen, waaronder zelfs keukenpapier van de Jumbo, ‘Perfekt’ huismerk en ook van de Spar zie ik spullen staan. Het is een mengelmoes van dingen en ik doe uitgebreid boodschappen om voorlopig weer genoeg in huis te hebben. Ik zie in mijn ooghoeken mijnheer Kibrifasi verschillende keren de winkel inlopen om te zien of we al opschieten; geduld is niet echt een eigenschap die bij hem past.

Met afgeladen tassen verlaten we de supermarkt. Gewone boter, kaas en eieren, brood en beleg, maar ook wat kruiden en diverse schoonmaakartikelen (die de maanden niet hebben overleefd) en een nieuwe bus ‘anti-muskieten-spray’ (erg nodig!).

Helemaal in mijn nopjes (ik ben een supermarkt-o-fiel) rijden we weer verder terug naar huis, waar mijnheer Kibrifasi de gasbom aansluit op het kookstel en ik de boodschappen uitpak.

In de middag belt ook Unu Pikin – Meubels en Meer dat ze de kast komen bezorgen. Het kost echter de chauffeur behoorlijk wat moeite om ons te vinden omdat het adres dat ik heb (en ook zo op alle papieren staat) óók nog een eind verderop schijnt te bestaan. Ik moet blijkbaar een soort halve routebeschrijving meegeven (weet ik later) om het perceel aan te duiden waar ik precies zit.

(deel van) de veranda met de schommelstoel
(hier al wel geschilderde tafel en muren)
De kasten zijn prachtig. Stevig en mooi afgewerkt. Maar nóg blijer wordt ik van de schommelstoel die ik gelijk op de veranda installeer en waar ik ook mezelf maar even op installeer. Ik moet ‘m natuurlijk even uittesten. Ik kan het iedereen aanraden om een dergelijke schommelstoel in de tuin te zetten!

Helaas komt ook vandaag mijn zending uit Nederland niet aan. Ik probeer het verzendbedrijf te bellen, maar ook mijn internetverbinding (om het telefoonnummer op te zoeken) laat het afweten en de telefoongids heeft geen vermelding van dit betreffende bedrijf, dus dat wordt even wachten.

Door de leveringen (en niet-leveringen) is het inmiddels ook te laat om nog naar de stad te gaan. De bank gaat al om twee uur dicht en was al na tweeën toen de kast werd geleverd.


We klussen nog wat en maken nog wat schoon. Ik kook een maaltijd, wat nu kan, nu ik weer gas heb voor het kookstel. Het is al vrij laat als we gegeten hebben en de zon is al lang onder als manlief de afwas in het druiprek zet. We luieren nog wat en lezen de ‘Times of Suriname’ op de veranda en besluiten dan vroeg te gaan slapen. Dan zijn we morgen weer vroeg wakker zodat we richting ‘stad’ kunnen. 

Nanga opo mofo

lees deze post ná 'Ingi Dei...' - door vage redenen is de volgorde van de post wat in de war geraakt, ondanks op juiste volgorde publiceren...

Oftewel: 'Met open mond'

Van verbazing om precies te zijn. Want verbazing is het woord van deze vakantie. Manlief viel van de ene verbazing in de andere terwijl we het rondje Paramaribo maakten. Het verkeer dat geen enkele logica lijkt te hebben, waar regels er voor de vorm lijken te zijn en veel met handgebaren wordt geregeld.  

Ministerie van Sociale Zaken en Huisvesting
Foto door : Adri Vollenhouw
De mate van verval bij sommige van de prachtige, koloniale panden, zoals het pand van het ministerie van sociale zaken en volkshuisvesting; dat notabene op de wereld erfgoedlijst van de Unesco staan. Ze staan soms naast prachtige, minutieus gerestaureerde exemplaren.

De prachtige huizen aan de Suriname rivier, waar hoge hekken en camera’s voor veiligheid moeten zorgen. Nog geen vijf minuten later rijden we langs huizen die met moeite nog overeind lijken te blijven staan en die een dak hebben van gebutste golfplaten.

Verbazing over de vele casino’s die er op zo’n klein stukje land zijn en de ratio die er is tussen casino en aantal inwoners. Het ene gebouw is nog uitbundiger verlicht dan de andere.

De grandeur van hotel Torarica en de teneur van de stoepen even verderop in de buurt van de ‘Waterkant’ en de ‘Grote markt’. De trieste aanblik van het onafhankelijks plein, omringt door hekwerk en met lelijke hopen zand hier en daar (hoe anders zag het er in februari uit!) en het dan weer het statige presidentieel paleis er tegenover.

Ook ik verbaas me enigszins als we ineens afslaan bij een straat waar ik zelf nooit ingereden was. Dat verbaasd mij ook van Mijnheer Kibrifasi, die steevast weigert  ’s avonds ook maar de stoppen in de buurt van een pinautomaat. Hij rijdt echter stoïcijns door. Niet veel later rijden we langs een aantal warungs en dát is exact waarom we hier zijn.

Het blijkt een straat in de wijk Blauwgrond te zijn en het is dé locatie die bekend staat om de vele Indonesische eethuisjes; de warungs. Bij één van de warungs weten we een parkeerplekje te scoren, het is overal super druk en het is ook voor een tafeltje een pittige zoektocht, maar gelukkig is bij de warung waar mijnheer Kibrifasi wil eten een plekje beschikbaar.  Manlief, Dana en mijnheer Kibrifasi, bestellen alle drie een nasi. Ik ga voor de tofu, denkende dat een vegetarische maaltijd wat lichter zal zijn en ik het makkelijker op kan.

Dawet
foto: Inge van
https://www.tastingstories.com
Niks is minder waar. De maaltijd – die super vers wordt bereid terwijl je wacht - is ten eerste verre van vegetarisch en het is écht een heel bord vol!  Bovenop de tofu is een hele berg met kip kunstig opgestapeld. Ik vraag mezelf af hoe het zo kunstig blijft liggen.  Ik ben blij dat ik niet net als mijnheer Kibrifasi er een dawet bij besteld heb, maar een flesje water dat ik kan afsluiten. Zo veel eten en dan ook nog een drankje op moeten drinken had ik nooit gered. Het eten is gelukkig niet ‘faya’ , de sambal werd apart geserveerd, en ook manlief eet met veel smaak de nasi die hem is voorgezet op.

Op de terugweg zien we nog een staartje van de Ingi Dei, het feest is nu grotendeels voorbij, maar er lopen nog vele mensen in de prachtigste traditionele kledij over de straten. Helaas is door deze feestdag Waterkant ook erg druk en we kunnen met geen mogelijkheid een plekje vinden voor de auto om er te parkeren. Die djogo moet dus wachten tot later. Jammer, want het ziet er druk, gezellig en bruisend uit als we er langs ‘cruisen’.


Ik stel voor om dan een drankje op onze veranda te doen, maar zowel mijnheer Kibrifasi als Dana lijken daar niets voor te voelen, dus manlief en ik worden keurig bij het huis gedropt. Manlief en ik besluiten nog wel even te genieten van de avondlucht en drinken nog een drankje voordat alle deuren weer stevig vergrendeld worden voor de nacht. 

dinsdag 19 september 2017

Ingi Dei, Wintjies en Raven

lees deze post voor 'nanga opo mofo' - door vage redenen is de volgorde van de post wat in de war geraakt, ondanks op juiste volgorde publiceren...

Net even voor zevenen in de ochtend zitten we aan het ontbijt. Gisteren heb ik – behalve gekoelde haring- ook een ontbijtpakket samengesteld, omdat ik er al zo’n vermoeden van had dat ik niet in de gelegenheid zou zijn zelf naar een supermarkt te kunnen en ik wilde mijnheer Kibrifasi niet laten opdraaien voor een grotere boodschap dan wat flessen water en frisdrank.

Even baal ik er van dat de ‘Nescafé Gold’ niet meer goed blijkt te zijn, geen koffie – ook al is het een oplosversie- om de dag te starten. Ik schenk maar een groot glas cola in; cafeïne is cafeïne, ook al is deze versie voorzien van een grote hoeveelheid suiker en bubbels.

De tuin achter het huis... met veel dorre struikjes
Na het ontbijt gaat manlief poolshoogte nemen in de tuin en ik maak een grote emmer met sop om alles weer goed onder handen te nemen. De muren kunnen wel een flinke schrobbeurt gebruiken zo te zien.

Eigenlijk hadden we andere plannen. Zo wilden we heel graag vandaag al naar de bank om ‘de kluis’ te regelen en ik wilde ook graag naar de notaris om de papieren op orde te brengen, ook wilde ik graag naar een specifieke winkel om verf te halen. Ik hoopte dat vandaag mijn verzonden doos bezorgd zou worden. Ik verheugde me al op de levering van twee kasten en nog meer op mijn schommelstoel die ik eerder heb besteld bij ‘Meubels & Meer’; een initiatief van Unu Pikin, een stichting in Paramaribo die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een mogelijkheid biedt om toch aan het werk te zijn en mooie dingen te maken.

Helaas. Niks van dit alles gaat vandaag gebeuren. Het blijkt een nationale feestdag in Suriname te zijn. Het is de dag der inheemsen, oftewel Ingi Dei. Dat betekent feest, maar ook dat alle instanties en winkels gesloten zijn. Het wordt dus een dagje- in-en-om-huis bezig zijn.

Manlief besluit de een aantal gordijnen af te halen en alvast in een emmer wasmiddel te zetten. Hij schrikt zich een hoedje als vanachter één van de gordijnen een klein wit hagedisje wegschiet; het is een ‘wintjie’ (?)  zoals ze volgens mij hier worden genoemd; een wittig, doorzichtig reptieltje (je ziet zelfs de eieren zitten als ze die dragen!). Ik zelf begin met het schrobben van de muren.

Even later zie ik in mijn ooghoek manlief tussen de verdorde struikjes scharrelen, zich bukken, een struik vastpakken en deze uit de grond trekken. De tuinman in hem komt wel los op zo’n stuk grond waar van alles en nog wat te doen en op te knappen is. Ik roep naar hem dat hij zijn hoge schoenen en een paar handschoenen moet aantrekken (de kaplaarzen en goede werkhandschoenen zitten nog in de te arriveren doos) en dat hij voordat hij struiken gaat trekken er eerste een paar keer doorheen moet slaan met een lange stok. In eerste instantie snapt hij niet dat ik zo’n ophef sta te maken, maar als ik hem uitleg dat hier toch echt slangen en andere beestjes leven die een stuk minder onschuldig zijn dan de gemiddelde regenworm en kruisspin die we in Nederland kennen, gaat hij gelijk uit de slippers en komt hij in zijn stevige wandelschoen en gewapend met een lange stok weer tevoorschijn.

Lunch met de complimenten van mijnheer Kibrifasi
Terwijl we beide bezig zijn met onze eigen klusjes, komt mijnheer Kibrifasi de weg op gereden. Volgens mij is hij hartstikke nieuwsgierig naar wat we allemaal uitspoken. Hij vraagt of we wat nodig hebben en ik zeg hem dat ik – mede omdat ik nog geen geld heb kunnen pinnen – nog niet in de gelegenheid ben geweest om eten voor de lunch en het avondeten te kopen, naast het feit dat ik op dit moment geen gas heb om mee te koken. Mijnheer Kibrifasi zegt dat hij rond één a half twee terug zal komen met eten, een potje oploskoffie en een pak melk.  De melk en de koffie komt hij vrijwel direct weer terug brengen, hij heeft in ieder geval onthouden dat voor mij een dagstart zonder koffie geen goede start is. Daarna rijdt hij gelijk weer weg.

Precies tussen één en twee komt mijnheer Kibrifasi weer aangereden. Hij heeft een tasje vol bakjes bij zich. Ik nodig hem uit om te blijven eten, maar hij heeft van alles te doen en gaat eigenlijk gelijk weer weg. We spreken nog wel af om ’s avonds ‘een wandeling’ (dus: autoritje) te maken naar Paramaribo en daar wat te eten. Hij zal rond half zeven ons komen ophalen.

Het eten is een mengelmoesje van allerlei Sranan nyang (Surinaams eten). De kip is wat aan de pittige kant en manlief loopt even rood aan als hij probeert te blussen met wat aangemaakte komkommer, die uiteraard helemaal niet van de verkoelende variatie is. Dat weet ik inmiddels wel, maar voor hem is het dezelfde ‘faya-verrassing’ als dat het begin dit jaar voor mij was.

Het eten dat over is, pakken we weer netjes in en zetten het in de koelkast. Altijd lekker voor een later snackje of in aanvulling voor de lunch morgen. Daarna buiken we nog even uit op de veranda alvorens weer beiden een paar uurtjes wat te doen. Manlief gaat de door mij aangeschafte stoel- en bankhoezen neerzetten en de eettafel en zithoek omwisselen (het is nu te heet om wat in de tuin te kunnen doen) en ik ga weer verder met mijn bleek-muur-missie.

Gewassen gordijne, schone muren en frisse stoelhoezen,
dat isal een heel ander gezicht dan eerst!
Ruim voordat mijnheer Kibrifasi ons komt halen, springen we om de beurten onder de douche. Ik had me voorgenomen om snel een elektrisch boilertje aan te schaffen en had voor tot die tijd van die kampeer-zonne-douches geregeld, maar het water uit de douche is heerlijk lauw en niet zo koud als in mijn herinnering. Dit is prima te doen!

Manlief is zich nog aan het aankleden als mijnheer Kibrifasi al weer aan komt rijden. Even kijk ik op de klok of wij zo laat zijn, maar dat is niet zo; mijnheer Kibrifasi is erg vroeg. Op de stoel naast hem zit ‘de arbeider’, dezelfde man die maandelijks mijn perceel rijkelijk voorziet van pesticide om het onkruid tegen te gaan. Ik ben blij dat het perceel bijgehouden wordt, maar kan dat nu niet zonder die rommel?

We rijden naar het huis van de arbeider, dat vlak achter het huis van mijnheer Kibrifasi ligt. Manlief kijkt zijn ogen uit naar hoe het land er uit ziet. Hij is – ook omdat hij verre van gek op vliegen is- nog nooit buiten Europa geweest. Hij valt van de ene verbazing in de andere en grinnikt wanneer mijnheer Kibrifasi zegt dat we nu ‘highway’ op rijden.

We stoppen nog even bij Dana’s huis om te vragen of ze mee gaat vanavond. Het is een vreemde situatie. Sam zwaait enthousiast op de achtergrond. Dana kijkt alsof ze net door de onweer is geraakt, zo boos. Maar ze mompelt wel iets en wij rijden verder.  Terwijl mijnheer Kibrifasi als vanouds weer moppert op Dana en “hoe het is”.

Dat is nog niks met de weg naar Kibrifasi’s huis, het is er niet beter op geworden sinds ik hier in februari was. De weg zit vol met kuilen en is nu ook nog enigszins stoffig omdat het minder is gaan regenen.  Het is bijna ‘grote droge tijd’. Terwijl we van links naar rechts schudden in de auto babbelt en moppert mijnheer Kibrifasi er lustig op los.

Raaf
Nadat we de arbeider hebben afgezet, gaan we kort langs mijnheer Kibrifasi’s huis. De dame uit Guana woont er nu niet meer, dat is nu een andere bewoner geworden. Ik laat manlief zien waar ik iedere dag zat op het erfje en ik laat hem de raven zien die vanaf het erf te zien zijn op een ander erf. Overigens zijn raven hier in Suriname niet de raven die wij kennen als die grote zwarte vogels, raven zijn hier de vogels die wij kennen als ara’s. Ik laat het kippenhok zien en vertel over het erf – helemaal begroeit- achter het muurtje, inclusief de kokosbomen en de kokosnoten die Dana plukte op de dag dat ik terugvloog. De gasfles en de wok waar mijnheer Kibrifasi op kookte is – tot grote ergernis – gestolen, notabene op klaarlichte dag!

Na enkele minuten komt mijnheer Kibrifasi weer naar buiten en zijn we klaar om een wandeling om- en in Paramaribo te maken.