zondag 24 september 2017

Nanga opo mofo

lees deze post ná 'Ingi Dei...' - door vage redenen is de volgorde van de post wat in de war geraakt, ondanks op juiste volgorde publiceren...

Oftewel: 'Met open mond'

Van verbazing om precies te zijn. Want verbazing is het woord van deze vakantie. Manlief viel van de ene verbazing in de andere terwijl we het rondje Paramaribo maakten. Het verkeer dat geen enkele logica lijkt te hebben, waar regels er voor de vorm lijken te zijn en veel met handgebaren wordt geregeld.  

Ministerie van Sociale Zaken en Huisvesting
Foto door : Adri Vollenhouw
De mate van verval bij sommige van de prachtige, koloniale panden, zoals het pand van het ministerie van sociale zaken en volkshuisvesting; dat notabene op de wereld erfgoedlijst van de Unesco staan. Ze staan soms naast prachtige, minutieus gerestaureerde exemplaren.

De prachtige huizen aan de Suriname rivier, waar hoge hekken en camera’s voor veiligheid moeten zorgen. Nog geen vijf minuten later rijden we langs huizen die met moeite nog overeind lijken te blijven staan en die een dak hebben van gebutste golfplaten.

Verbazing over de vele casino’s die er op zo’n klein stukje land zijn en de ratio die er is tussen casino en aantal inwoners. Het ene gebouw is nog uitbundiger verlicht dan de andere.

De grandeur van hotel Torarica en de teneur van de stoepen even verderop in de buurt van de ‘Waterkant’ en de ‘Grote markt’. De trieste aanblik van het onafhankelijks plein, omringt door hekwerk en met lelijke hopen zand hier en daar (hoe anders zag het er in februari uit!) en het dan weer het statige presidentieel paleis er tegenover.

Ook ik verbaas me enigszins als we ineens afslaan bij een straat waar ik zelf nooit ingereden was. Dat verbaasd mij ook van Mijnheer Kibrifasi, die steevast weigert  ’s avonds ook maar de stoppen in de buurt van een pinautomaat. Hij rijdt echter stoïcijns door. Niet veel later rijden we langs een aantal warungs en dát is exact waarom we hier zijn.

Het blijkt een straat in de wijk Blauwgrond te zijn en het is dé locatie die bekend staat om de vele Indonesische eethuisjes; de warungs. Bij één van de warungs weten we een parkeerplekje te scoren, het is overal super druk en het is ook voor een tafeltje een pittige zoektocht, maar gelukkig is bij de warung waar mijnheer Kibrifasi wil eten een plekje beschikbaar.  Manlief, Dana en mijnheer Kibrifasi, bestellen alle drie een nasi. Ik ga voor de tofu, denkende dat een vegetarische maaltijd wat lichter zal zijn en ik het makkelijker op kan.

Dawet
foto: Inge van
https://www.tastingstories.com
Niks is minder waar. De maaltijd – die super vers wordt bereid terwijl je wacht - is ten eerste verre van vegetarisch en het is écht een heel bord vol!  Bovenop de tofu is een hele berg met kip kunstig opgestapeld. Ik vraag mezelf af hoe het zo kunstig blijft liggen.  Ik ben blij dat ik niet net als mijnheer Kibrifasi er een dawet bij besteld heb, maar een flesje water dat ik kan afsluiten. Zo veel eten en dan ook nog een drankje op moeten drinken had ik nooit gered. Het eten is gelukkig niet ‘faya’ , de sambal werd apart geserveerd, en ook manlief eet met veel smaak de nasi die hem is voorgezet op.

Op de terugweg zien we nog een staartje van de Ingi Dei, het feest is nu grotendeels voorbij, maar er lopen nog vele mensen in de prachtigste traditionele kledij over de straten. Helaas is door deze feestdag Waterkant ook erg druk en we kunnen met geen mogelijkheid een plekje vinden voor de auto om er te parkeren. Die djogo moet dus wachten tot later. Jammer, want het ziet er druk, gezellig en bruisend uit als we er langs ‘cruisen’.


Ik stel voor om dan een drankje op onze veranda te doen, maar zowel mijnheer Kibrifasi als Dana lijken daar niets voor te voelen, dus manlief en ik worden keurig bij het huis gedropt. Manlief en ik besluiten nog wel even te genieten van de avondlucht en drinken nog een drankje voordat alle deuren weer stevig vergrendeld worden voor de nacht. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten