lees deze post ná 'Ingi Dei...' - door vage redenen is de volgorde van de post wat in de war geraakt, ondanks op juiste volgorde publiceren...
Oftewel: 'Met open mond'
Oftewel: 'Met open mond'
Van verbazing om precies te zijn. Want verbazing is het woord
van deze vakantie. Manlief viel van de ene verbazing in de andere terwijl we
het rondje Paramaribo maakten. Het verkeer dat geen enkele logica lijkt te
hebben, waar regels er voor de vorm lijken te zijn en veel met handgebaren
wordt geregeld.
Ministerie van Sociale Zaken en Huisvesting Foto door : Adri Vollenhouw |
De mate van verval bij
sommige van de prachtige, koloniale panden, zoals het pand van het ministerie van
sociale zaken en volkshuisvesting;
dat notabene op de wereld erfgoedlijst van de Unesco staan. Ze staan soms naast
prachtige, minutieus gerestaureerde exemplaren.
De prachtige huizen aan
de Suriname rivier, waar hoge hekken en camera’s voor veiligheid moeten zorgen.
Nog geen vijf minuten later rijden we langs huizen die met moeite nog overeind
lijken te blijven staan en die een dak hebben van gebutste golfplaten.
Verbazing over de vele
casino’s die er op zo’n klein stukje land zijn en de ratio die er is tussen
casino en aantal inwoners. Het ene gebouw is nog uitbundiger verlicht dan de
andere.
De grandeur van hotel Torarica en de teneur van
de stoepen even verderop in de buurt van de ‘Waterkant’ en de ‘Grote markt’. De
trieste aanblik van het onafhankelijks plein, omringt door hekwerk en met
lelijke hopen zand hier en daar (hoe anders zag het er in februari uit!) en het dan weer het statige presidentieel
paleis er tegenover.
Ook ik verbaas me enigszins
als we ineens afslaan bij een straat waar ik zelf nooit ingereden was. Dat verbaasd mij ook van Mijnheer
Kibrifasi, die steevast weigert ’s avonds
ook maar de stoppen in de buurt van een pinautomaat. Hij rijdt echter stoïcijns
door. Niet veel later rijden we langs een aantal warungs en dát is exact waarom
we hier zijn.
Het blijkt een straat in
de wijk Blauwgrond te
zijn en het is dé locatie die bekend staat om de vele Indonesische eethuisjes;
de warungs. Bij één van de warungs weten we een parkeerplekje te scoren, het is
overal super druk en het is ook voor een tafeltje een pittige zoektocht, maar
gelukkig is bij de warung waar mijnheer Kibrifasi wil eten een plekje
beschikbaar. Manlief, Dana en mijnheer
Kibrifasi, bestellen alle drie een nasi. Ik ga voor de tofu, denkende dat een
vegetarische maaltijd wat lichter zal zijn en ik het makkelijker op kan.
Dawet foto: Inge van https://www.tastingstories.com |
Niks is minder waar. De
maaltijd – die super vers wordt bereid terwijl je wacht - is ten eerste verre
van vegetarisch en het is écht een heel bord vol! Bovenop de tofu is een hele berg met kip
kunstig opgestapeld. Ik vraag mezelf af hoe het zo kunstig blijft liggen. Ik ben blij dat ik niet net als mijnheer
Kibrifasi er een dawet bij
besteld heb, maar een flesje water dat ik kan afsluiten. Zo veel eten en dan
ook nog een drankje op moeten drinken had ik nooit gered. Het eten is gelukkig
niet ‘faya’ , de sambal werd apart geserveerd, en ook manlief eet met veel
smaak de nasi die hem is voorgezet op.
Op de terugweg zien we
nog een staartje van de Ingi Dei, het feest is nu grotendeels voorbij, maar er
lopen nog vele mensen in de prachtigste traditionele kledij over de straten. Helaas
is door deze feestdag Waterkant ook erg druk en we kunnen met geen mogelijkheid
een plekje vinden voor de auto om er te parkeren. Die djogo moet dus wachten
tot later. Jammer, want het ziet er druk, gezellig en bruisend uit als we er
langs ‘cruisen’.
Ik stel voor om dan een
drankje op onze veranda te doen, maar zowel mijnheer Kibrifasi als Dana lijken
daar niets voor te voelen, dus manlief en ik worden keurig bij het huis
gedropt. Manlief en ik besluiten nog wel even te genieten van de avondlucht en
drinken nog een drankje voordat alle deuren weer stevig vergrendeld worden voor
de nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten