Terwijl manlief en ik
kamp opzetten, sluit mijnheer Kibrifasi de hydrofoor aan. Tijdens de
afgelopen maanden is deze een keer droog komen te staan en maakte toen een
ontzettende herrie. Blijkbaar zo erg dat ze mijnheer Kibrifasi hebben gebeld om
er wat aan te komen doen. Ik maak op mijn ‘gedachtenlijstje’ een aantekening
dat ik meer informatie over hydroforen en hun onderhoud moet leren; voor dit
soort dingen wil ik niet afhankelijk zijn van een vakman die ik moet bellen,
want dat kan hier in Su wel even duren voordat die er is en dan is het nog maar
de vraag of je niet afgezet wordt.
Ik open eerst alle
ramen; het ruikt gelukkig niet zo muf als ik had verwacht en ook de “andere
geur” waar ik voor gevreesd had, is maar zeer minimaal aanwezig. Het
schoonmaakwerk in februari heeft toch zijn vruchten afgeworpen.
Deurstopper met alarm |
Manlief heeft in de
tussentijd met mijnheer Kibrifasi de koelkast aangezet, daarna is hij – nadat we
mijnheer Kibrifasi gedag hebben gezegd- het huis gaan verkennen. Buiten is het
al zo donker dat het weinig zin heeft daar iets te bekijken en bovendien hebben
we alles inmiddels goed op slot zitten. Bij de vooringang (die bestaat uit twee
openslaande deuren), heb ik bij beide deuren een ‘alarmwig’ gezet. Zodra daar
iemand probeert naar binnen de komen, zal de wig de deur tegenhouden, maar zal
ook gelijk een alarm worden geactiveerd van meer dan 95 decibel.
Ik haal daarna direct
een bezem door het huis en maak een hete sop met natuurlijk die lekker ruikende
Fabuloso. De wc en de douche zet ik in de pure bleek die ik daarna afspoel en
ik haal een doek met bleek over de aanrechtbladen. De belangrijkste dingen zijn
in ieder geval wat schoner.
Één van de megagrote
tassen die ik heb meegenomen, is afgeladen met allerlei spulletjes voor in huis
die ik gelijk wil gebruiken. In de grote doos die nog onderweg is, zitten alle
doe-het-zelf spullen en spullen die niet zo’n ‘haast’ hebben.
Deze plakken - in ieder geval bij hogere temperaturen - voor geen meter |
Als eerste komen vier ‘plakhaken’
uit de tas. Ik verwachtte immers geen gereedschap te hebben om vier haakjes in
het plafond te schroeven en ik wil als eerste de klamboe boven het bed
ophangen. Ik maak een stukje van het plafond schoon waar de ‘plakhaak’ moet
komen. De eerste blijft prima plakken, maar nummer twee, drie én vier komen –
ondanks verwoede pogingen – weer naar beneden. Ik mopper (is hier een
eufemisme) er stevig op los, maar hoe ik ook probeer; de belofte die Tesa doet
dat het een geweldig alternatief is voor het bevestigen van haken waar je niet
kunt boren is – en misschien is het een temperatuurding- verre van waargemaakt.
Ik bedenk met dat ik een doosje met paperclips heb gezien in één van de laden in de keuken en maak er provisorisch drie haakjes van die ik tussen de kunststof schroten weet te duwen. Daarna kan ik de klamboe prima ophangen. Het zweet gutst me van het voorhoofd, want je kunt je blijkbaar heel druk maken over vier simpele haakjes.
Mevrouw Helderder -door: Fiep Westendorp- |
Voordat ik het bed
opmaak, spray ik de matrassen eerst goed in met pure isopropyl alcohol en
daarna spray ik er een ruime hoeveelheid anti-beestjes spul op. Het idee dat er
maanden niks in huis is geweest, in combinatie met tropische temperaturen en
allerlei wilde verhalen over ‘vieze matrassen in hotelkamers’, maken dat ik wellicht
wat extreem ben in mijn maatregelen. Even voel ik me 'Mevrouw Helderder' uit 'Puk en de Petteflet'..
Nadat de kamer weer voldoende gelucht is, maak ik het bed op met alleen een katoenen matrashoes en een dekbedhoes om onder te slapen; dekens heb je hier verre van nodig. De oude kussens die er lagen overleven het avontuur niet; zij worden vervangen door twee spiksplinternieuwe exemplaren van de IKEA. We kunnen in ieder geval slapen in een fris bed. Manlief komt met een tweede nachtkastje aanlopen; die heeft hij ‘vrijgespeeld’ uit het kleine kamertje, waar het blijkbaar naar toe was verhuisd. Twee LEDlampjes – op batterijen- maken het af.
Nadat de kamer weer voldoende gelucht is, maak ik het bed op met alleen een katoenen matrashoes en een dekbedhoes om onder te slapen; dekens heb je hier verre van nodig. De oude kussens die er lagen overleven het avontuur niet; zij worden vervangen door twee spiksplinternieuwe exemplaren van de IKEA. We kunnen in ieder geval slapen in een fris bed. Manlief komt met een tweede nachtkastje aanlopen; die heeft hij ‘vrijgespeeld’ uit het kleine kamertje, waar het blijkbaar naar toe was verhuisd. Twee LEDlampjes – op batterijen- maken het af.
Mijnheer Kibrifasi is
tussentijds nog even langs gekomen om wat koude frisdrank en een Parbo langs te
brengen en die laten manlief en ik ons goed smaken terwijl we aan de door een
klem-bureau-lamp verlichtte tafel zitten. Het is één van de drie lampen hier en
alles moet met verlengsnoeren omdat het huis nog niet elektrisch gekeurd is en
alles nog op bouwstroom moet. Het heeft zijn charme… ook al is het super onhandig.
Na beide een – uiteraard
koude, lees: lauwe – douche te hebben genomen gaan we te bedde, al is dat niet
zonder eerst een gevecht met die verrekte klamboe. Waarom raak je daar
eigenlijk altijd in verstrikt? Gelukkig blijven de McGuyver-stijl haakjes,
ondanks het trekken en morrelen prima stand houden. Dat kan ik van het enige
Tesa-haakje niet zeggen; nog voor we goed en wel in slaap vallen kan ik nog een
vierde paperclip installeren omdat het plakhaakje het niet langer houdt.
Het zijn van die dingen die je niet alle dagen doet; in je nacht-outfit op een ladder een haakje in het plafond aanbrengen.
Het zijn van die dingen die je niet alle dagen doet; in je nacht-outfit op een ladder een haakje in het plafond aanbrengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten