zondag 16 augustus 2020

Yu wani sabi a kondre, yu no man figi fosi ten

Oftewel: al je een land echt wilt kennen, mag je het verleden niet vergeten. Dat is althans mijn mening. Eerder schreef ik al dat ik vind dat je niet echt met een land kunt verbinden als je niet leert over haar taal, cultuur, levensovertuigingen, mensen, flora-en-fauna en dus ook geschiedenis. Alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden, als je dingen weglaat (bijvoorbeeld omdat het je ongemakkelijk maakt) dan ga je dingen niet in perspectief zien en ga je dingen verkeerd of niet begrijpen. 

Toen ik mijn taalcursus Sranantongo aanving, heb ik mij ondergedompeld in stapels literatuur over Suriname. 'Geschiedenis van Suriname' (zowel de uitgave van 2001 als die van 2017 (die opmerkelijk genoeg bij BOL onder 'oorlog' is gecategoriseerd...), Wij Slaven van Suriname- Anton de Kom, Het grote anansi-boek, Maria Sybilla Merian - plantkunde, Medicinale en Rituele planten van Suriname, Het groot Surinaams kookboek van Muriël, de romans van Cynthia mcCloud (Zenobia, Elisabeth, Hoe duur was de suiker, Tweemaal Mariënburg, Herinneringen aan Mariënburg..) Winti: Een Afroamerikaanse godsdienst in Suriname, Natural History and Ecology of Suriname, van de slavenzweep en de muze, Anyame (J. Zaalman)... Ik heb heel wat boeken verslonden.

Maar met alleen lezen kom je er niet, ervaren maakt net zo goed deel uit van het leerproces. Sranantongo leer je niet door te lezen, dat moet je ook spreken, schrijven en horen. Sranankukru zul je toch echt moeten maken en eten (proeven!), Planten moet je zien, voelen en ruiken - net zoals bloemen. De geschiedenis van Suriname heeft - een inktzwarte periode gekend- die we als Nederlanders op zijn minst als ongemakkelijk ervaren: de slavernij. 

Vele vakantievierders in Suriname zullen zich gemakkelijk verliezen in het prachtige natuurschoon, het geweldige eten en drinken, de vrolijke kleuren, de vrolijke muziek en wat nog niet meer. Een uitstapje naar 'Fort Nieuw Amsterdam' of 'Foto Zeelandia in Paramaribo', Mariënburg of een wandeling langs de grote, witgeschilderde koloniale huizen met de donkergroene lijsten wordt ervaren als een wandeling langs een historie, een historie met een 'erg verhaal', maar that's it. Even ongemakkelijk en dan maar even een stevige Parbo of Borgoe aan de waterkant... 

Voor mij was - en is- dat niet afdoende. Nu ik door de omstandigheden een wat meer vaste relatie met het land heb gekregen, is het -voor mij- een must om de diepte in te gaan, óók die ongemakkelijke diepte. Connectie kun je immers alleen maken als je je verdiept in de ander. Het waaróm en het wát. Je moet snappen waarom dingen zo zijn. Ik verblijf bijvoorbeeld op een stuk grond dat vroeger 'Plantage Vredenburg' was, maar wat was dat dan voor plantage? 

Dus togen wij op een dag naar Fort Nieuw Amsterdam, waarvan de bouw 13 jaar duurde en toentertijd ruim een miljoen (!) Nederlandse guldens heeft gekost.  Dit is nu een openluchtmuseum waar de geschiedenis van Suriname uit de doeken wordt gedaan. En dan niet alleen de Slavernij, maar ook van de immigranten daarna en van de burgeroorlog(en) die plaats hebben gevonden alsook de rol van Suriname in de tweede wereldoorlog. Veel van de mensen die een tripje maken, gaan maar een uurtje of twee, maar trek er gerust een ruim dagdeel of kleine dag voor uit (neem ook voldoende snacks en drinken mee...want het restaurant is niet altijd ruim bevoorraad of bemenst...)

Het park van Nieuw-Amsterdam is prachtig...

Het terrein zelf is prachtig. Mooie planten, bloemen en nette paden. Het is een sereen park en er zijn - toen wij er in ieder geval waren- nagenoeg geen andere bezoekers. Een wandeling door het 'park'/ 'fort', voert langs diverse bouwwerken, wat fijn is, want deze bieden wat verkoeling wanneer het buiten erg warm wordt op het midden van de dag. 

Het oude kruidhuis herbergt een expositie van de Surinamers die gestreden hebben in de tweede wereldoorlog voor Nederland, ik leerde hier ook dat de vrouwen van Suriname veel goederen hebben verzonden naar Nederland toen wij 'op zijn armst' waren. Ik denk dat maar weinig Nederlanders dit weten...

De 'gevangenis' laat een expositie zien van de verschillende bevolkingsgroepen die in Suriname wonen, wat overigens een 'licht' onderwerp is gezien de hel die het gebouw representeerde voor de gevangen die er ooit hebben gezeten (met 9 man in een kleine cel die niet gekoeld en niet geventileerd was....). 

Bij het zien van de zogenaamde 'Kappa's' wordt je toch even stil. De immense schalen zijn ooit gevuld geweest met suikerrietsap die werd ingekookt en steeds verder werd verplaatst naar een kleinere versie tot er suiker ontstond.  De tot slaaf gemaakten en later de contractarbeiders moesten de inhoud continu roeren om karamelisering te voorkomen. Gebeurde dat toch, dan volgde er een zware bestraffing. In de slaventijd bijvoorbeeld met het leggen van een stuk gloeiend houtskool in de open hand van de dader, aldus de informatie van het museum.
Iemand die ooit iets heeft gekarameliseerd in huis, weet hoe heet die rommel wordt en als je het over je heen krijgt wat een brandwonden het kan maken... dat overhevelen en roeren kan nooit zonder morsen zijn gegaan en als je dan bedenkt dat men geen schoenen en/of beschermende kleding en/of handschoenen droeg...plus die ondragelijke hitte van de open vuren en die schalen in een al superwarm land en dan waren het ook nog eens geen werkdagen van acht uur met pauze, maar men moest net zo lang door tot de suiker was ontstaan...

Twee immense Kappa's...

Terwijl we van de kappa's weglopen, bedenk ik mij dat dit stukje slechts één van de stappen was in het proces van suiker maken. Bij iedere stap, van het ontginnen van het land, het vrij houden van de irrigatie, het kappen van het riet, het sjouwen, inkoken, weer sjouwen... is op onmenselijke wijze gebruik gemaakt van slavenarbeid zodat 'Nederland' zich kon verrijken in de suikerhandel, ook al was dit 'maar 10% van de handel die we in totaliteit bedreven in die tijd. Oók koffie, cacao, hout... niet alleen suikerplantages waren in Suriname te vinden, ook andere 'tropische waar' werd verbouwd en verhandeld....
Op het moment dat je hierover gaat nadenken, bedenk je je ook de schaal. Honderden plantages met daarop soms tot honderden tot slaaf gemaakten, allemaal met goederen die een zwaar productieproces vereisen en daarbij onmenselijk behandeld werden, nog maar niet te spreken over de wijze waarop men de tot slaafgemaakten in Suriname kreeg.

We lopen terug naar ons autootje (we slaan het Telecommunicatie museum over). Een beetje bedremmeld ben ik wel. Hoewel mijn voorouders helemaal niets met de Slavernij te maken hebben gehad voel ik mij toch bezwaard en ik begin een beetje te begrijpen waarom ik soms bekeken wordt zoals ik bekeken wordt... maar dát heeft dan ook weer te maken met iets dat te maken heeft met de manier waarop men omgaat met voorgaande generaties .. zoals ik al zei; alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden... en is iets voor een andere keer...

Terwijl we naar huis rijden, komen we langs 'Mariënburg'. We besluiten er naar toe te rijden. Het is echter al wat later in de middag en de dag was al wat 'zwaar op het gemoed'... dus we besluiten er alleen even kort te kijken en een volgende keer maar terug te keren. 
Ook Mariënburg is een plek met zware geschiedenis. Niet alleen omdat het een suikerrietplantage is geweest, maar ook omdat na de slavernij er op grove wijze is omgegaan met de immigrant arbeiders. Mariënburg was toen al een 'suikerfabriek' (raffinaderij) waar verschillende plantages aaneengesloten een coöperatie vormden er werd ook rum geproduceerd (die maakt men nu nog (Mariënburg-rum => 90%!!!), maar op een andere plek). De restanten van de vervallen fabriek staan nog als een industrieel monument tussen het oprukkende groen, verder is ook hier het park/ omgeving rustig en sereen en staat in schril contrast met de geschiedenis. Wat het meest in het oog springt is een immens wit monument. Prachtig en ter gelegenheid van de komst van de Javanen. Verder staat er ook nog een zwart monument, maar ook -net als zoveel in Suriname- met een dieptrieste reden. 

Monument ter gelegenheid komst Javanen

Industrieel overblijfsel van Mariënburg

Zowel letterlijk als figuurlijk een inktzwart monument...

"Op 30 juli 1902 werden arrestaties verricht, waarna woedende arbeiders optrokken naar het kantoor. Toen vervolgens op de muitende arbeiders het vuur werd geopend vielen er 17 doden en 39 gewonden. De lijken werden in een massagraf gegooid en overdekt met ongebluste kalk waardoor deze niet meer te vinden zouden zijn. Van de gewonden bezweken er later nog zeven. Acht arbeiders werden veroordeeld tot 12 jaar dwangarbeid. Ter herinnering aan de opstand werd door vicepresident Ramdien Sardjoe op zondag 30 juli 2006 op Mariënburg een monument onthuld, op initiatief van de Stichting Gevallen Helden 1902."

We rijden, na het bekijken van het monument toch maar terug naar huis. We maken nog een tussenstop bij een Warung waar ik een Saoto eet (verslaafd aan Saoto!) en dan sluiten we aan op de file op de 'Bosjebrug'. 

Op de veranda thuis schenk ik dan toch maar een flinke Borgoe met cola in... soms valt het niet mee om je te verdiepen...

Bergi...

Als je de 'Afobakaweg' een heel stuk afrijdt (bijna een uur verder vanaf Para), kom je op een gegeven moment bij een bossig en bochtig stukje, net na de afslag naar Brownsberg en Atjoni. Een behoorlijk verweerd bord langs de weg adverteert met een resort 'Berg & Dal', maar je moet opletten het weggetje er naar toe niet te missen.

Je zou denken dat een dergelijk chique resort ook een fatsoenlijke toegangsweg heeft, maar niets is minder waar. Ik kan aanraden om hier niet met een simpel stadsautootje naar toe te rijden, wij hadden in ieder geval behoorlijk moeite in ons kleine rode blikkie om de half weggeregende, met diepe kuilen en grind bezaaide, modder en zandweg te bedwingen. Vergeet ook niet om te claxonneren om het tegemoetkomende verkeer te waarschuwen dat je de heuvel op rijdt, eenmaal halverwege is het lastig elkaar te passeren. Na een pittig ritje kom je bij een slagboom met een wachtershuisje, alleen wanneer je gast bent, kom je het terrein op lijkt het. Ofschoon je volgens mij ook gewoon kunt dineren/lunchen en/of gebruik kunt maken (tegen betaling) van het zwembad zonder overnachting. 
Alakondre pangi lapje
Mijn alakondre pangi lapje

A fin, tijdens onze vakantie (oktober 2018) gingen we dus op vakantie :-) en wel naar een plek die dus Berg & Dal heet. Naar Surinaamse (en ook Nederlandse!) maatstaven is het een redelijk duur verblijf. Een nacht in een reguliere cabin, kost je al  snel 130 euro per nacht (niet ingezetenen, want ingezetenen krijgen een korting), maar daar krijg je wel luxe voor terug moet ik zeggen. Ondanks het inktzwarte verleden van 'Bergi' zoals het in de volksmond heet, is het nu een paradijsje om te relaxen. 

Je wordt hartelijk welkom geheten en je krijg een alakondre kleuren, met groen overheersend, stukje pangi stof als aandenken in een - zeer koel ge-airco-de- receptie. De vrouw krijg een rechte strook voor over de schouder en de man een driehoekje voor om de hals. Je krijgt ook wat informatie over het restaurant, de bar, het zwembad en de verschillende faciliteiten en activiteiten die er te doen zijn. Wij boeken een wandeling met gids op de oude plantage en een relax-massage en schrijven ons in voor de 'culturele avond'. Het ziplinen, kanoën en andere zeer actieve dingen, laten we voor wat het zijn. 
Cabin en binnenkant van de cabin

We hebben een cabin in het bos, er zijn er ook langs de Suriname rivier, maar die zijn voor grotere gezelschappen en wij zijn maar 'met zijn tweetjes'. We stiefelen -nog een behoorlijk stuk- heuvelopwaarts tussen het groen door naar onze hut. Onderweg zien we behoorlijk wat Morpho's (grote blauwe vlinders) en horen we tussen de planten diverse andere diertjes scharrelen. Dan moeten we een hoge trap omhoog om bij onze cabin te komen, maar het uitzicht vanaf onze veranda naar al het groen is prachtig en 's avonds zien we er ook talloze vuurvliegjes die voor een twinkeling tussen de bomen zorgen en we zien ook kleine toecans en kolibri's. 

De piranha bar is wat leeg qua klandizie, maar maakt heerlijke cocktails die op een prachtige stijger, met nog mooier uitzicht, op de Suriname rivier gedronken kunnen worden. We vragen ons af waarom het piranha bar heet, totdat iemand iets eetbaars in de rivier gooit... een horde van de krengen komt resoluut in een 'frenzie' alles opvreten. Hier moet je absoluut niet gaan zwemmen of met je kano omkiepen... we zijn blij dat we de 'kanotocht' niet hebben geboekt. 
Uitzicht & Cocktails in de Piranhabar

De menukaart is divers en er staan verschillende Surinaamse gerechten op, ik kies voor 'Botervis met cassavefriet', een Surinaamse equivalent van 'Fish and chips' en ik wordt niet teleurgesteld; sinds ''Bergi' heb ik niet ergens lekkerder cassavefriet gegeten. Het eten is van voortreffelijke kwaliteit. De bediening is in eerste instantie wat afstandelijk, maar als ik wat Sranan probeer is het één en al hartelijkheid en merken we dat het gezelschap dat verderop zit wat minder aandacht krijgt...al krijg ik bijna tijdens een lunch sterke drank (Sopi) in plaats van 'Supu' (soep) omdat ik me verspreek :-)... Als ik mijn bord niet helemaal leeg heb zeg ik 'Ay bigi moro bere' en daar moet de vrouw die ons bedient hartelijk om lachen, later komt ze met een bakje terug waar de casave patatten in zitten.. voor later, als ik weer trek krijg...

Halverwege nacht één zitten we beiden ineens rechtop in bed. Het brandalarm gaat af! Verschrikt kijken we elkaar eerst aan, maar dan beseffen we dat het geen brandalarm is. Het komt van buiten. Mijn hemel wat een hoog schril geluid en wat een decibellen! Wat is het? Het houdt best lang aan ook en dan stopt het, om vervolgens weer aan te vangen. Dan, door goed luisteren, komen we er achter dat een beestje is en we herinneren ons de insectenexpositie in de Vlindertuin in Lelydorp... dit zijn die krengen waar we toen van zeiden: "Later leren we dat bepaalde cicaden net zoveel herrie maken als een auto-alarm (hoog, schel) en dat gerust een half uur vol houden!!!"

De plantage Berg & Dal
Een beetje brak, eten we ons ontbijt en worden ondertussen "vergezeld" door een grote hagedis (scharrelt over de vloer) en mieren die bijna 2 cm groot zijn
(lopen in mars-opstelling over de veranda railing). Dan worden we opgehaald voor onze wandeling met gids op de oude plantage. 
Daar gaan we heen met een korjaal. We meren aan op een strandje. In vroegere tijden was dit de Plantage Berg & Dal, nu is er een activiteitenbedrijf gevestigd (Bergendal Adventure Center) en zijn er nog maar weinige huisjes over waar de tot slaafgemaakten in hebben verbleven. Het - compleet vervallen- politiepost huis staat er nog op een afstandje.
Het boek 'Zenobia' van Cynthia McCloud verhaalt ook over Berg & Dal en gezien ik het voordat we hier heen gingen gelezen heb, probeer ik me de plekken van het boek voor te stellen vanwaar ik nu sta. 

De gids begeleid ons over het terrein, hij is een nazaat van de 'oorspronkelijke' bewoners van Berg & Dal, al woonde hij al sinds de tachtiger jaren in Rotterdam. Veel van de 'Bergi's' zijn vermoord in de burgeroorlog en nu wordt het dorpje vooral gerestaureerd en (tijdelijk) bewoont door de nazaten, nog maar een enkeling heeft er sindsdien permanent gewoond. Hij vertelt ronduit en laat ons ook het kleine museum zien. Daarna maken we een -pittiger dan verwacht! en warm!- wandeling de 'Armadilloberg' op. In de slaventijd droegen de tot slaafgemaakten hun doden de berg op om dichter bij de almachtige (Gado of Anyame?) te zijn, dat moet een helse klus zijn geweest, zeker in de regentijd als de paadjes glibberig waren. De berg heet ook wel 'deadman's  hill' vanwege dat er zoveel doden liggen begraven. Toen het overigens te zwaar en te vol werd, c.q in de regentijd kreeg men de doden de berg niet meer op, werd uitgeweken naar een laaggelegen begraafplaats.
Armadillo hill a.k.a. Deadman's hill, met de (bijna vergane) graven
Op een bepaalde plek laat de gids ons diverse houten paaltjes zien, hier zijn de doden begraven. Een pijlvormige paal is een man, een hartvormige bovenkant is een vrouw, maar rechte of met een rondje is een kind en ook dat zijn er velen zegt de gids. Veel van de paaltjes zijn vergaan, maar er moeten tallen van die paaltjes hebben gestaan en er zijn er velen die een vreselijke (martel)dood zijn gestorven. 

Het is een zwaar verhaal en ik ben blij dat we kort daarna uit kunnen waaien bij een prachtig uitkijkpunt, ook vanwege de grote steekmuggen en horzels die in het bos mij als gezelschap hebben uitgekozen. De afdaling zet daarna in, welke ook nog best een kuitenbijtertje is, want stijl en je moet oppassen waar je je voeten zet tussen alle boomwortels. 

Na een kort korjaaltochtje komen we weer bij het resort, waar we lekker even douchen, zwemmen, lunchen en dan voor een relax-massage aankloppen bij één van hutten. Het contrast tussen deze weelde en de verhalen van deze ochtend had niet groter kunnen zijn. Zoals gezegd; Berg & Dal is nu een paradijsje, maar is gebouwd op een inktzwart verleden en ik denk dat het goed is dat men dat beseft. 

Na het - wederom uitstekende!-  diner, schuiven we aan bij een 'culturele avond'. Een groep bewoners van het nabijgelegen Klaaskreek. Zij vertellen verhalen en dan met name ook een stukje over de geboorte van een kind en hoe deze wordt gepresenteerd aan het dorp. Manlief eindigt met de babypop in zijn handen en voelt zich er wat ongemakkelijk bij. Al met al wel een stukje vermaak met een verassende toevoeging van informatieve achtergrond. 
Groot groen... manlief lijkt een
miniatuurtje bij deze bomen


Na een nacht waar de cicade - gelukkig- niet meer van zich laat horen (wel even voor het slapen gaan, maar niet midden in de nacht tenminste), is het al weer tijd om naar 'huis' te gaan. Achteraf hadden we nog wel tot later in de middag kunnen blijven (niet op de kamer, maar je mag nog de hele dag gebruik maken van de faciliteiten als het zwembad en restaurant), maar we hebben een afspraak met de elektricien bij het huis, dus weten we niet beter dan dat we moeten gaan (hij kwam achteraf niet, dus vandaar dat we makkelijk hadden kunnen blijven). Op weg naar de auto zien we nog een ginipi (soort boskonijn) en staan we nog even stil bij een paar prachtig paarsbloeiende struiken, toch maar eens op zoek of ik die niet ook voor onze tuin kan krijgen.

De uitdagende hobbelweg brengt ons weer naar Afobakka weg en naar Para en dan Paramaribo... Dat was een welverdiende en zeer aangename mini-vakantie in onze vakantie.