Eén van de woorden die - in mijn ervaring- SU omschrijft is 'uitgesproken'. Kleuren, natuur, smaken...
In SU is er geen sprake van half-wat smaken, dingen zijn - zeker in Nederlandse optiek-
In SU is er geen sprake van half-wat smaken, dingen zijn - zeker in Nederlandse optiek-
- heel zoet => Fernandez is in Su toch echt veel meer gezoet dan in NL en het Ferandez-ijs (niet ijs van de frisdrank, maar het merk ijs) is -behalve heel luchtig- ook voorzien van de nodige suiker...
- heel zuur => het zuurgoed moet je echt eens proberen, net als augurken ...
- heel zout => denk maar aan zoutvlees, maar ook gedroogde vis is bijvoorbeeld heel zout...
- heel bitter => sopropo (alsem- of bitterpeer) en antroewa zijn typische groenten die bitter zijn (de sopropo vindt ik daardoor écht niet lekker bijvoorbeeld)
- heel pittig => de Mdm. Jeanette sambal laat de gewone Indische sambels écht verbleken en ook de pindasambel en ketjapsambel zijn niet mild van smaak...
De eerste paar dagen wanneer je nog kennis aan het maken bent met de Surinaamse keuken, kán dat voor bijzondere verrassingen zorgen (zoals mijn 'komkommer-avontuur' in mijn eerste week SU ooit). Zelfs wanneer je gewend bent aan de SU smaken dan nóg is het de eerste paar dagen in SU zelf even wennen.
Wij kennen bijvoorbeeld pittig' van de Indische keuken, maar Su kent 'niet pittig' of 'ongelooflijk heet'-pittig (ook wel... "je ruikt al dat het pittig is'' of 'je hoeft er maar naar te kijken en je weet dat het pittig is"), maar ook 'het lijkt niet zo, maar ineens sta je in de hens'-pittig. Ik vermoed dat de Srananman net zo veel beschrijvingen voor 'pittig' heeft als de Ijslander voor 'sneeuw'...
Nu heb ik inmiddels een redelijk uitgesproken mening over (gekocht) Surinaams eten in Nederland; het is namelijk, bij veel eettentjes, bij lange na niet het Surinaamse eten dat ik ken uit Suriname.
Ik denk dat het hetzelfde is als met de taal. Er is 'authentiek Sranan', 'stads Sranan', 'Tata Sranan' en 'straattaal'. In Nederland eten we dus 'Tata-Sranan nyan nyan"; het is gemaakt naar bijvoorbeeld familierecept dat ooit is meegenomen naar Bakrakondre en vervolgens is het met 'het moet lekker pittig zijn' gecombineerd tot een te heet gerecht, waar de uitgesproken smaken compleet niet meer tot zijn recht komen. Het enige dat rest is "faya"...Daarnaast kennen we in Nederland de 'straattaal nyan nyan' :de 'roti'. Iedereen kent t als typisch Surinaams en het is verworden tot een soort ordinair junk-food achtig iets.
Als je echter in Sranan zelf (goed) authentiek Surinaams gaat eten (of je kookt zelf Surinaams uit een - in Suriname gekocht Surinaams kookboek (Muriëls Groot Surinaams Kookboek door uitgeverij VACO bijvoorbeeld)- dan is er wel sprake van pit (of faya), maar zeker niet zodanig dat de overige smaken compleet naar de achtergrond gedrukt worden. En vaak wordt gevraagd of de peper 'gezet' moet worden (er bij dus en niet al er doorheen). Surinaams eten is uitgesproken van smaken, maar niet alleen in de 'heel pittig' hoek; de smaken zijn delicaat gebalanceerd. Zelfs de 'mighty ribs' bij 'mighty racks' in Paramaribo zijn dan wel ongelofeloos pittig, de marinade is ook volgepakt met allerlei smaak.
Roti is niet alleen een 'pannenkoek' met kouseband (of - foei blauwe grootgrutter! - sperciebonen), ei, kipkluif en zompige aardappels'; wie in SU voor 'Roti' gaat, heeft een veelheid aan keuzen.
Met kip, met doksi of doksa, met- of zonder ei, vegetarisch met tahoe (of tempeh of aloë), de roti-plaat in verschillende variaties, met of zonder pesi, etc etc. etc. Zelks bij de 'fast-food' keten voor roti's (Roopram) is er keuze.
Een ander zeer typerend 'ding' van Suriname is 'kleur', oftewel 'kloru'.
Zo is het eten is rijkelijk voorzien van kleurstoffen. Waar de gemiddelde Nederlander (of Europeaan zelfs) de e-nummers en kleurstoffen als de pest mijdt, heeft de Surinamer het kleurstofgebruik tot bijna must verheven. Eten, zeker wanneer het voor een feestelijke gelegenheid is (zoetigheden / switimofo), kan simpelweg niet zonder uitgesproken kleuren.Djelebi's zijn er van blauw tot roze, schuimpjes zijn verkrijbaar in dozen met alle kleuren van de regenboog...
Ook bij het verlaten van Zanderij - op de Indira Ghandiweg naar Kofidyompo (Lelydorp) en Par'bo- duurt het maar even voordat het kleurrijke aspect duidelijk wordt. Veel huizen (als ze niet alleen gemaakt zijn van planken en golfplaat) zijn in de meest bonte kleuren geschilderd. Kleding heeft de felste kleuren (in Par'bo heb je etalages vol met neonachtig gekleurde spandex jurkjes bijvoorbeeld) en pangi(stof) - evenals 'vlisco' stof hebben de meest kleurrijke combinaties.
Dus toen ik 'het kleine kamertje' in het huis ging opknappen, heb ik juist dat gedaan wat ik in Nederland niet zou doen en heb ik kleuren gebruikt die ik in NL niet zou toepassen. Waar ik in Nederland vooral gematigde kleuren heb in huis (wit, grijs en turquoise en zwarte accenten) ben ik hier voor felroze, oranje en geel gegaan. En dat levert - in mijn optiek- een kleurrijk én smaakvol geheel op!
Links: de situatie die ik bij mijn eerste bezoek aantrof.. en rechts: zoals het nu is |