Op vrijdag besluiten manlief en ik maar even te klussen en dan eens op avontuur te gaan. Tot nu toe zijn we alleen naar plekken geweest waar ik in mijn vorige bezoek ook was geweest en Paramaribo. We zijn wel benieuwd hoe het land er uit ziet als we een andere kant op rijden. Op zich best spannend, want een kaart hebben we (nog) niet. Aan de andere kant is het ook weer niet zó spannend, want het wegennet is vrij gemakkelijk te doorgronden en zó veel wegen zijn er nu ook weer niet die goed aangelegd zijn.
We tanken het autootje vol en gaan dan aan 'de wandel'.
In plaats van de 'highway' op te rijden en deze te volgen richting Para, steken we hem over en duiken een 'wijk' in. Het is hier waanzinnig groen en de tuinen zijn goed onderhouden. Heel wat anders dan de wijken en tuinen in Paramaribo zelf. Het doet veel tropischer aan en wekt gelijk een vakantiegevoel op.
Niet veel later rijden we nagenoeg parallel aan de Surinamerivier en komen door een dorpje dat Domburg heet. We vervolgen onze weg en zien de prachtigste percelen langs de rivier. Waarom heeft mijn oom niet hier een stukje gekocht, verzucht ik... het is hier werkelijk heel mooi.
Niet veel later komen we bij een recreatiegebied, zoals dat aangegeven is. Het heet 'white beach' en het beloofd een terrasje. Helaas, we betalen wel voor parkeren en gebruik van het terrein (we bedanken voor het gebruik van een cabana want we zijn niet van plan heel lang te blijven), maar de bar schijnt gesloten te zijn. Wel kunnen we bij het tankstation dat bij de ingang staat wat te drinken en wat te eten halen.
Jammer voor ons én voor de locals een gemiste kans, want wij zullen niet de enige 'Bakra's' zijn die tijdens de 'bouwvakvakantie', Suriname bezoeken en dan de verkoeling van de rivier zullen willen zoeken. Maar misschien blijven die Bakra's ook wel hangen bij Torarica.
We tanken het autootje vol en gaan dan aan 'de wandel'.
In plaats van de 'highway' op te rijden en deze te volgen richting Para, steken we hem over en duiken een 'wijk' in. Het is hier waanzinnig groen en de tuinen zijn goed onderhouden. Heel wat anders dan de wijken en tuinen in Paramaribo zelf. Het doet veel tropischer aan en wekt gelijk een vakantiegevoel op.
Niet veel later rijden we nagenoeg parallel aan de Surinamerivier en komen door een dorpje dat Domburg heet. We vervolgen onze weg en zien de prachtigste percelen langs de rivier. Waarom heeft mijn oom niet hier een stukje gekocht, verzucht ik... het is hier werkelijk heel mooi.
Niet veel later komen we bij een recreatiegebied, zoals dat aangegeven is. Het heet 'white beach' en het beloofd een terrasje. Helaas, we betalen wel voor parkeren en gebruik van het terrein (we bedanken voor het gebruik van een cabana want we zijn niet van plan heel lang te blijven), maar de bar schijnt gesloten te zijn. Wel kunnen we bij het tankstation dat bij de ingang staat wat te drinken en wat te eten halen.
Jammer voor ons én voor de locals een gemiste kans, want wij zullen niet de enige 'Bakra's' zijn die tijdens de 'bouwvakvakantie', Suriname bezoeken en dan de verkoeling van de rivier zullen willen zoeken. Maar misschien blijven die Bakra's ook wel hangen bij Torarica.
Het is ons opgevallen dat 'blankies' die Suriname (lees Paramaribo) voornamelijk blijven hangen rond het gebied van Torarica. Nu is dat ook de plek waar redelijk wat te zien is - Palmentuin, Fort Zeelandia en Waterkant zijn op loopafstand-, maar je doet jezelf immens te kort aan het zien van natuurschoon én cultuur als je dat doet hebben wij ondervonden. Torarica biedt best veel luxe én een mooi zwembad, maar Suriname heeft zo veel meer te bieden (al denken wij dat er nog zo veel aan kansen voor toerisme liggen in dit land!).
White Beach bijvoorbeeld. Een stukje wit strand dat is aangelegd in de Surinamerivier. Een stuk van de rivier is afgerasterd en het is er niet diep. Aan de kant zijn cabana's gemaakt waar je een hangmat in kunt hangen en er is dus een bar (die dus gesloten is). Er zijn overigens geen of weinig zitjes, maar parkeren is goed te doen; er is een ruime parkeergelegenheid. Veel locals vertoeven in de cabana's en koelen af in het (bruinige) water van de Surinamerivier, men is blijkbaar gewend dat de bar niet open is, want men heeft tassen vol aan drinken en eten meegenomen. Aan de overzijde van de rivier lijkt oerwoud te zijn en ook whitebeach is voorzien van de nodige bomen. Het enige nadeel van vandaag; het is bloedjeheet! Het kwik raakt net niet de veertig graden aan en hoewel pootjebaden me wel wat lijkt, is het zand zodanig heet dat ik van dat plan afzie. We eten onze broodjes (en bara), drinken ons drinken en genieten even van het tafereel op White Beach onder een boom in de schaduw, waarna we onze ontdekkingstocht weer voortzetten.
White Beach |
Na een bochtje links en een afslag naar rechts, komen we uiteindelijk toch weer op de 'HighWay' uit bij Paranam. Hier is het een stuk industriëler; Suralco heeft hier een gigantische bauxiet'plant' en het landschap is doorsneden met knalrode wegen. De weg is hier ..weg. het zijn alleen supergrote kuilen en hobbels waar grote vrachtwagens de grootste moeite hebben om overheen te rijden. Ook wij met ons kleine autootje laveren zo goed als het kan tussen de hobbels en kuilen door om na een kleine honderd meter weer op redelijk asfalt te staan.
Het is de weg naar 'Brokopondo'. Brokopondo is een groot stuwmeer in Suriname. Het is ontstaan door het aanleggen van een hydrodam, waar nu een groot deel van de electiciteit van Suriname wordt opgewekt. Door de aanleg van dit meer hebben mensen hun huis- en haard moeten achterlaten omdat dorpen onder water kwamen te staan. In het ANWB-boekje dat ik heb meegenomen staat dat het de moeite waard is om te bezoeken en dus besluiten we de weg af te rijden naar het meer.
Het is een netjes geasfalteerde weg (het schijnt dat het jaren geleden een rode zandweg was) op wat kleine plekken na, waar het asfalt volledig aan gort is gereden door zware vrachtwagens en vervolgens weggespoeld door de zware regens. Aan weerszijden van de weg is een ruime strook gras aangelegd en aan de ene zijde staan de grote electriciteitspalen met nummers er op. Hier en daar zien we kleine gemeenschappen in het groen daarachter in hutjes van - wat lijkt als- sprokkelhout en resten van golfplaat. De nummers dienen ook als adres-aanduiding voor die gemeenschappen en als je bijvoorbeeld vervoer moet regelen; je geeft dan aan dat je bij 'paal X' staat en dan weet men waar men moet zijn. Aan de andere zijde van de weg wordt het steeds groener en is steeds meer oerwoud te zien, prachtige woudreuzen, lianen en weelderig groen.
Zo nu en dan passeren we een dorpje, waar zonder uitzondering altijd een chinese supermarkt en een tankstation te vinden is, evenals een moskee, een christelijke kerk en een mandir. We stoppen bij een tankstation om onze tank wederom goed vol te tanken; we willen voorkomen dat we ergens 'leeg' komen te staan dus als de wijzer op een halve tank komt, tanken we de eerstvolgende gelegenheid 'm weer vol. Een vrouw probeert ons iets te verkopen vanaf een klein kraampje. Ik bedank haar vriendelijk.
De reis naar Brokopondo is langer dan verwacht. Het is één lange rechte weg, dus verdwalen is niet echt mogelijk (tenzij je van de weg af gaat slaan natuurlijk). Hier en daar zien we borden langs de weg die 'luxury resorts' aanbieden of een wegwijzer naar een goudmijn. Ik stel manlief voor om ooit eens zo'n luxury resort te bezoeken als we weer 'te lande' zijn. Lijkt me wel wat, want zonder uitzondering adverteren deze resorts met 'spa's' en 'wellness'.
Dan eindelijk doemt een groot betonnen werk op aan het einde van de weg. Dit is de brokopondo-dam! We verwachten een heel spektakel. Maar nee... wie een spektakel verwacht komt bedrogen uit. Het is wat het is; een dam.
We besluiten om voorzichtig een stukje naar boven te rijden. De weg is hier geen asfalt meer en het verhuurbedrijf heeft een beleid dat je niet onverharde wegen in het binnenland op mag. We zijn echter blij dat we het stukje naar boven hebben afgelegd, want het uitzicht over het Brokopondo meer is werkelijk fantastisch! Er is ook een parkeerplaatsje waar je op je gemakje kunt parkeren en kunt genieten van het uitzicht.
Korjalen varen over het meer. Ze brengen mensen naar diverse plaatsjes aan het meer. De grootte van het meer is indrukwekkend. We kijken met ontzag naar de grote watermassa. Wederom vinden we het jammer (en gemiste kans) dat er geen terrasje is of in ieder geval een soort gelegenheid om iets te drinken en te eten. We zouden er zo een uurtje of wat zijn neergestreken...
Nu zijn we echter na een kwartier wel klaar en besluiten weer naar Paramaribo te rijden. We nemen weer die lange rechte weg naar Paranam. Ongetwijfeld kunnen we avontuurlijk een andere weg nemen, maar daar hebben we ongetwijfeld ook een 4-wiel drive voor nodig en we rijden nu een klein stadsautootje. Zo avontuurlijk doen we een volgende keer wel weer.
Bij Paranam/ Alcoa zit een cafetaria. De rit was vrij lang dus we hebben inmiddels wel trek gekregen. We kopen wat sateh's en bakabana, vergezeld van een dawet en soft. Het tentje heeft diverse zitjes in de schaduw en we komen even rustig bij voordat we verder 'naar huis' rijden.
Le- Kasan Cafetaria bij Alcoa/ Suralco - foto van Gio Karto |
In Suriname is het rond half acht al donker de schemering is dan ook al behoorlijk ver gevorderd als we het perceel op rijden. We hebben nog net een half uurtje licht om een plons in het zwembad te nemen en 'airforce one', zoals we de groep vleermuizen op zolder hebben genoemd uit te zien vliegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten