De tijd vliegt voorbij en het is verbazingwekkend wat je allemaal kunt doen in zo'n korte tijd.
Manlief heeft zich helemaal uitgeleefd in het rommelkamertje en de container. Oom was - volgens mij- een 'hoarder'; iemand die alles verzamelde en niets weg kon gooien, zoals ik al in één van mijn eerste blogposts schreef. Ik gooide in mijn eerste week al 38 zakken met afval weg, nu hebben we weer een immense berg met rommel.
We zijn door alles minutieus heen gegaan, óók door hele vieze, oude zakjes waarin soms best belangrijk papierwerk blijkt te zitten. Soms vinden we nog goede dingen, die we apart leggen, maar de meeste spullen zijn oud, vies en half vergaan. Ze gaan allemaal op een grote hoop.
Tegen de middag is het tijd voor 'vermaeck'. We besluiten dit keer de zoo van Paramaribo te bezoeken.
De dierentuin wordt aangeprezen voor haar collectie van inheemse diersoorten en wij zijn wel benieuwd.
We rijden naar Paramaribo en gaan op zoek naar de dierentuin die gelegen is in de cultuurtuin, net buiten het centrum van Paramaribo. Het is de enige dierentuin in Suriname en dat is eigenlijk ook niet zo vreemd, want het wemelt van de prachtige dieren in de vrije natuur en die kun je zo bezoeken.
De dierentuin is - voor mij- een verschrikking. Hoewel de dieren die er zitten over het algemeen dieren zijn die in het wild niet meer zouden kunnen overleven (omdat ze een staart, poot of iets anders missen), is het toch voor mij zielig om te zien dat de verblijven zo klein zijn. Wat dat betreft zijn we verwend met de Nederlandse dierentuinen als Blijdorp en Burgers, waar men de leefomgeving zo ruim en natuurgetrouw mogelijk probeert te houden.
Ik zie een prachtige jaguar ijsberen in een hokje van nog geen 6 bij 4 meter, het prachtige dier mist de staart, maar het stoort me enorm dat het dier zoveel stress uitstraalt.
De vrijwilligers van de Paramaribo zoo doen wat ze kunnen met de middelen die ze hebben, giften, sponsoring van Nederlandse dierentuinen, nalatenschappen en de inkomsten van bezoekers. De regering laat - zoals ik begrijp uit de verhalen- al lang verstek gaan om enige bijdrage te leveren. De door de overheid geschonken verdovingsgeweren (ivm het kunnen verdoven van dieren die ontsnappen en dus direct in de stad terecht komen), zijn onbruikbaar omdat er geen verdovingsmiddel is, de door regering beloofde ampullen zijn nergens te bekennen en de zoo kan ze zelf niet kan aanschaffen omdat de fondsen naar de dagelijkse zorg van de dieren gaat. Verblijven worden stukje bij beetje wel opgeknapt, maar toch is het een pijnlijk gezicht om de dieren die nog niet gezegend zijn met een groot/ruim verblijf te zien.
(Voel je jezelf geroepen om hulp te bieden; kijk vooral op hun site en 'adopteer een dier' of bedenk misschien andere mogelijkheden om te helpen...). Men is ook op Facebook te vinden: https://www.facebook.com/paramaribozoosuriname/
Ik ben zelf een GoFundMe actie gestart om een half jaar onderhoud van een jaguar te kunnen ondersteunen: https://www.gofundme.com/paramaribo-zoo-jaguar
Maar, toegegeven, we hebben na het bezoek een stuk meer weet van de Surinaamse flora en fauna. Inheemse planten zijn, naast de inheemse dieren, goed vertegenwoordigd en we kijken onze ogen uit naar de planten die wij alleen kennen als huiskamerplant en hier een aantallen meters hoog zijn.
Ga je ooit naar Suriname op vakantie, bezoek dan zeker de zoo, al is het maar om hun werk financieel te ondersteunen!
Na ons bezoek aan de zoo vinden we het wel tijd om een hapje te gaan eten. In de zoo is wel een barretje, maar veel meer dan een zakje snoep, wat chips, schaafijs en een soft is er niet te krijgen.
We besluiten om bij de Waterkant te stoppen. Volgens de ANWB reisgids zit hier één van de betere échte Surinaams Creoolse keukens. Het tentje heet 'Uncle Ray's'. We schuiven aan op de typische rode bankjes die je op de Waterkant overal ziet. Bij Uncle Ray's draait er een supergrote fan (zo eentje die je achterop zwamp-boten ziet) en het maakt best een herrie. Aan een tafeltje zitten twee mannen verdiept in een spelletje dammen.
Dammen schijnt in Suriname best een dingetje; het is een heuse sport die heel serieus genomen wordt (naar mijn idee is dat - met deze temperaturen- helemaal zo raar nog niet).
Na wat kleinere hapjes, gaan we weer op huis aan.
We treffen de grote hoop rommel, inclusief meerdere vleermuis- en ander kleingedierte lijkjes, midden op het erf aan. We hebben besloten het zooitje in de fik te steken. Eigenlijk mag dat niet in Suriname, mede door het gevaar op brand. Maar de hoop ligt hier midden op het erf met geen planten in de buurt (nou ja... de Cassave's hebben het zelfs op afstand -blijkt later- moeite met de hitte) en het is windstil. We hebben bij de Chinees een fles met aansteekvloeistof gehaald en besprenkelen de hele fles over de stapel rommel.
Vanaf de veranda zien we de hoop rommel langzaamaan vlam vatten en veranderen in een flinke fik. We hopen maar dat er geen politie op af komt...
Maar het blijft stil en terwijl we steeds roziger worden door de vlammen, wordt de stapel rommel steeds verder in een stapel as veranderd.
Weer een klus geklaard...
Manlief heeft zich helemaal uitgeleefd in het rommelkamertje en de container. Oom was - volgens mij- een 'hoarder'; iemand die alles verzamelde en niets weg kon gooien, zoals ik al in één van mijn eerste blogposts schreef. Ik gooide in mijn eerste week al 38 zakken met afval weg, nu hebben we weer een immense berg met rommel.
We zijn door alles minutieus heen gegaan, óók door hele vieze, oude zakjes waarin soms best belangrijk papierwerk blijkt te zitten. Soms vinden we nog goede dingen, die we apart leggen, maar de meeste spullen zijn oud, vies en half vergaan. Ze gaan allemaal op een grote hoop.
Tegen de middag is het tijd voor 'vermaeck'. We besluiten dit keer de zoo van Paramaribo te bezoeken.
De dierentuin wordt aangeprezen voor haar collectie van inheemse diersoorten en wij zijn wel benieuwd.
This photo of Paramaribo Zoo is courtesy of TripAdvisor |
De dierentuin is - voor mij- een verschrikking. Hoewel de dieren die er zitten over het algemeen dieren zijn die in het wild niet meer zouden kunnen overleven (omdat ze een staart, poot of iets anders missen), is het toch voor mij zielig om te zien dat de verblijven zo klein zijn. Wat dat betreft zijn we verwend met de Nederlandse dierentuinen als Blijdorp en Burgers, waar men de leefomgeving zo ruim en natuurgetrouw mogelijk probeert te houden.
Ik zie een prachtige jaguar ijsberen in een hokje van nog geen 6 bij 4 meter, het prachtige dier mist de staart, maar het stoort me enorm dat het dier zoveel stress uitstraalt.
This photo of Paramaribo Zoo is courtesy of TripAdvisor |
(Voel je jezelf geroepen om hulp te bieden; kijk vooral op hun site en 'adopteer een dier' of bedenk misschien andere mogelijkheden om te helpen...). Men is ook op Facebook te vinden: https://www.facebook.com/paramaribozoosuriname/
Ik ben zelf een GoFundMe actie gestart om een half jaar onderhoud van een jaguar te kunnen ondersteunen: https://www.gofundme.com/paramaribo-zoo-jaguar
Maar, toegegeven, we hebben na het bezoek een stuk meer weet van de Surinaamse flora en fauna. Inheemse planten zijn, naast de inheemse dieren, goed vertegenwoordigd en we kijken onze ogen uit naar de planten die wij alleen kennen als huiskamerplant en hier een aantallen meters hoog zijn.
Ga je ooit naar Suriname op vakantie, bezoek dan zeker de zoo, al is het maar om hun werk financieel te ondersteunen!
Na ons bezoek aan de zoo vinden we het wel tijd om een hapje te gaan eten. In de zoo is wel een barretje, maar veel meer dan een zakje snoep, wat chips, schaafijs en een soft is er niet te krijgen.
We besluiten om bij de Waterkant te stoppen. Volgens de ANWB reisgids zit hier één van de betere échte Surinaams Creoolse keukens. Het tentje heet 'Uncle Ray's'. We schuiven aan op de typische rode bankjes die je op de Waterkant overal ziet. Bij Uncle Ray's draait er een supergrote fan (zo eentje die je achterop zwamp-boten ziet) en het maakt best een herrie. Aan een tafeltje zitten twee mannen verdiept in een spelletje dammen.
Dammen schijnt in Suriname best een dingetje; het is een heuse sport die heel serieus genomen wordt (naar mijn idee is dat - met deze temperaturen- helemaal zo raar nog niet).
Na wat kleinere hapjes, gaan we weer op huis aan.
We treffen de grote hoop rommel, inclusief meerdere vleermuis- en ander kleingedierte lijkjes, midden op het erf aan. We hebben besloten het zooitje in de fik te steken. Eigenlijk mag dat niet in Suriname, mede door het gevaar op brand. Maar de hoop ligt hier midden op het erf met geen planten in de buurt (nou ja... de Cassave's hebben het zelfs op afstand -blijkt later- moeite met de hitte) en het is windstil. We hebben bij de Chinees een fles met aansteekvloeistof gehaald en besprenkelen de hele fles over de stapel rommel.
Vanaf de veranda zien we de hoop rommel langzaamaan vlam vatten en veranderen in een flinke fik. We hopen maar dat er geen politie op af komt...
Maar het blijft stil en terwijl we steeds roziger worden door de vlammen, wordt de stapel rommel steeds verder in een stapel as veranderd.
Weer een klus geklaard...